ST A ATSBEG ROOTING. Op de Staats-begrooting Hoofdst. VII B is voor boekhouders bij het Kadaster een memorie post uitgetrokken met deze toelichting Het voornemen bestaat om den aan den bewaarder der hypothe ken toegevoegden ambtenaar voor de kadastrale boekhouding, zijnde thans een landmeter, bij voorkomende vacatures te benoemen uit de teekenaars, nadat deze laafsten van hunne geschiktheid daartoe door een examen hebben doen blijken. Het traktement van die ambtenaren zal ƒ900 a ƒ1500 bedragen. De daardoor vrijvallende fondsen kunnen besteed worden tot het aanstellen van nog enkele landmeters voor den velddienst. Verder is uitgetrokken: J le ld. 900 a 1200 j voor 50 teekenaars j 2« - 720 a - 900 j ...ƒ35000. 3e - 540 a - 720 Ter toelichting wordt het volgende gezegd: De teekenaars van het kadaster werden tot dusver op een maandgeld tijdelijk aange steld. Hunne werkzaamheden missen echter geheel het karakter van tijdelijkheid. Zij doen werk dat bij voortduring moet worden verricht en dat anders aan landmeters, dus aan veel hooger bezoldigde amb tenaren, zou moeten worden opgedragen. Om die reden komt het zoowel in 's lands belang als in dat der betrokken personen wen- schelijk voor de teekenaars van eene vaste aanstelling te voorzien, waardoor zij bij eventueel ontslag wegens ongeschiktheid voor hun dienstwerk, op rijperen leeftijd, pensioen kunnen bekomen. De tee kenaars zijn thans verdeeld in 3 klassen. Hun loon bedraagt in de le kl. 75 h 1 0 0 's maands, in de 2e kl. ƒ60 a 75's maands, en in de 3e kl. 45 h f 60 's maands. Voor sommigen hunner bedraagt echter het loon nog niet het minimum vastgesteld voor de klasse waartoe zij behooren, terwijl met het oog op eene nadere regeling hunner positie in de laatste jaren geene verhooging van loon is toegekend. Het is billijk, dat het loon worde gebracht op het minimum voor elke klasse.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 226