LANDMETERS VOOR DEN KANTOORDIENST.
Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal werd het volgende verzoek
schrift ingediend:
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen:
Xcandidaat-notaris, wonende tedat hij gehoord en ge
lezen heeft, dat in verband met de Begrooting voor het dienstjaar 1891
(Hoofdstuk VII B), aan deVolksvertegenwoordiging voorstellen worden gedaan
tot afschaffing der landmeters van den kantoordienst en tot vervanging daar
van door ambtenaren belast met de kadastrale boekhouding;
dat volgens die voorstellen bedoelde ambtenaren na een af te leggen examen
zullen worden gekozen uit de teekenaars van het kadaster;
dat, naar hij uit goede bron en van ambtenaren die jarenlang met den
kantoordienst belast geweest zijn, vernomen heeft dat voor bedoelde betrek
king ook eenige kennis van het Burgerlijk Wetboek en van fiscale wetten
vereischte is, welke kennis de teekenaars van het kadaster over het algemeen
niet bezittendoch dat daarentegen candidaat-notarissen zich in korten tijd
voor bedoelde betrekking zouden kunnen bekwamen;
dat, met het oog op de slechte vooruitzichten, het overgroote aantal en de
onzekere toekomst der candidaat-notarissen, het niet meer dan billijk zoude
zijn, dat bij het in leven roepen van nieuwe Staatsbetrekkingen waarvoor
candidaat-notarissen reeds veel der daartoe vereischte kennis bezitten, ook
zij tot de daarvoor eventueel af te nemen examens, worden toegelaten.
Redenen waarom requestrant de Tweede Kamer der Staten-Generaal eer
biedig verzoekt, de haar gedane voorstellen zoo te willen wijzigen, dat ook
candidaat-notarissen het recht verkrijgen tot deelneming aan de eventueel af
te nemen examens voor ambtenaren, belast met de kadastrale boekhouding.
Hetwelk doende, enz.
X.
De Redacteur van het Weekblad voor Notaris-ambt en registratie, dit ver
zoekschrift in het nummer van 12 Oct. jl. No. 1085 opnemende, maakt de
volgende opmerking:
„Wij vestigen op den inhoud van bovenstaand verzoekschrift, dat dezer
dagen werd verzonden, zeer de aandacht. Het zou, dunkt ons, op den weg
van het hoofdbestuur der Broederschap van Candidaat-notarissen liggen, het
verzoekschrift officieel te ondersteunen. Wij twijfelen dan ook niet of het