230 uitgeoefend, valt het bezitrecht in Nederl. Indië nog in vier cate- goriën te onderscheiden. De eerste catagorie omvat de gronden door inlanders in cultuur gebracht, welke alleen op Java en Madura ongeveer 3V2 millioen hectaren beslaan. De tweede bevat de gronden waarop bij gerechtelijke acten zake lijke rechten zijn gevestigd, van den zelfden aard als door het bur gerlijk recht in Nederland zijn gewaarborgd en waardoor in Indië de steden en nederzettingen gevormd worden. De derde bevat de gronden waarvan de Souvereiniteits-rechten aan particulieren zijn overgedragen. De vierde bestaat uit de, krachtens de agrarische wet, in erfpacht afgestane woeste gronden, welke in den regel worden geexploiteerd voor stapelproducten, als koffie, thee, kina, cacao, enz. Ik stel mij voor van elk dezer rechtstoestanden een globaal over zicht te geven en aan te toonen, dat in verband dddrmede, voor elke catagorie wèl evenzéér behoefte wordt gevoeld aan een Ka daster, doch dat de eischen voor ieder dier categoriën zéér uiteen loopen, en bij de inrichting van het Kadaster daarmede rekening moet gehouden worden. Oorspronkelijk, d. w. z. vóórdat Westersche invloeden daarin gaandeweg verandering hadden gebracht, behoorde „de grond" op Java en Madura, en ook op de buitenbezittingen, (die wij echter verder buiten bespreking zullen laten), krachtens de voorouderlijke en nog heerschende begrippen der bevolking aan de vorsten. De daarop gezeten bevolking had het recht van gebruik, het bezitrecht van dien grond, tegen betaling van een gedeelte der opbrengst aan den vorst of aan met het recht van „heffing" begif tigde familieleden of ambtenaren, Rijksgrooten genoemd. Die heffing geschiedde in natura, dat wil zeggen, dat een gedeelte van den oogst geleverd moest worden in de pakhuizen van den vorst of in die der begiftigden. Het aandeel van den Souverein liep voor verschillende plaatsen zeer uiteen, en ofschoon er waarschijnlijk overal regels zullen bestaan hebben, waarnaar de heffing moest ge schieden, is het toch overbekend, dat die slecht geëerbiedigd werden

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 236