232
voor te jonge lieden, uitsluiting van vrouwen; de pantj ens of diensten
voor de personen zelf zijn afgeschaft, enz.
Het bezitrecht of gebruiksrecht, dat door den inlandschen landbouwer
wordt uitgeoefend, is ontstaan door de daad der inbezitneming zelve
en gewaarborgd door de „adat" dat is het recht der gewoonte, de
ongeschreven wet zou men kunnen zeggen. Die „adat" is den in
lander heilig en hij respecteert haar meer dan de geschreven wet,
zoodat daardoor zijne rechten vrijwel gewaarborgd zijn.
De inbezitneming is echter niet geheel willekeurig, zij is gebonden
aan locale gebruiken en regels, doch de bezitter kan, zonder geldige
redenen, door niemand uit zijn bezit worden verdrongenalleen als
er grond verlaten wordt of door overlijden vrij valt, worden, waar
communaal bezit bestaat,1) sollicitanten of gerechtigden wegens bloed
verwantschap door het Desabestuur in het bezit gesteld van een
evenredig aandeel in het gemeenschappelijk bezit
Waar daarentegen individueel bezit bestaat, beschikt de bezitter
over den grond waarop hij zijn recht uitoefent in zoover naar wel
gevallen, dat hij het alleen kan vervreemden aan zijne land- en ras-
genooten, niet aan Europeanen of vreemde Oosterlingen, terwijl het
bij overlijden, volgens de regels van het Mohamedaansch recht, over
gaat op zijne erfgenamen.
Eene algemeene administratie van of controle op het bezitrecht
bestaat er nietaan registratie, overschrijving of iets dergelijks, is
het niet onderworpen.
De verhandeling geschiedt soms alleen bij mondelinge overeenkomst,
dikwijls wordt er een klein schriftelijk bewijs tusschen partijen ge
wisseld door het desahoofd mede onderteekend. Soms geschiedt de
overdracht voor den Priesterraad, wat de meest officiëele en legale
Communaal bezit beteekent, dat de bebouwde gronden van een Desa
(dorp) aan de gezamelijke ingezetenen behoort, deze worden dan jaarlijks tusschen
de landbouwers verdeeld, zoodat de verschillende deelen beurtelings door de
verschillende rechthebbenden gebruikt worden.
Individueel bezit beteekent, dat de grond door persoonlijk rechthebbenden
wordt bezeten en niet de gemeente over het geheel, maar elk individu over
het hem toebehoorend aandeel beschikt.