234
grenzen. De hierdoor gevormde blokken moeten behoorlijk door
kadastrale kenmerken worden aangeduid, en daarvan de oppervlakte
berekend en de belastbare opbrengst bepaald worden. Nadat de,
door de twee hoofdzaken meting en schatting gevonden ge
gevens met elkaar verwerkt en de uitkomsten in eene geschikte
boekhouding opgenomen zullen zijnwaarin, naast elk voor afzon
derlijken aanslag in aanmerking komend grondstuk, het bedrag der
jaarlijks te betalen landrente staat aangeteekend, zal het Gouver
nement van Ned. Indië voor de eerste maal met zekerheid kunnen
bepalen, hoeveel elke desa van den algemeenen last te dragen heeft
en, als leiddraad bij de individueele verdeeling kunnen opgeven,
hoeveel de gezamenlijke bezitters van één blok daartoe moeten bij
dragen.
Het Desabestuur moet dan verder, in overleg met de bevolking
en onder controle der ambtenaren van Binnenlandsch bestuur bepalen,
hoeveel eiken bezitter in den aanslag der Desa moet bijdragen.
Tegen deze wijze van onderverdeeling kan geen bezwaar bestaan,
want de indische landbouwer weet, evengoed als de hollandsche
boer, met vrij veel juistheid te bepalen, hoe groot zijn stukje grond
is, en uit te maken, hoeveel hij betalen moet als hij weet voor
hoeveel zijn grond per bahoe is aangeslagen. Om iederen be
lastingschuldige met dit laatste bekend te maken, zal het noodig
zijn, dat in de „baleh Desa" bij aanplakking wordt bekend gemaakt,
hoeveel van elk met name of teekening aangeduid blok jaarlijks
per bahoe betaald moet worden, of, dat door de ambtenaren met
eiken bezitter wordt nagegaan, in welk blok zijn grond gelegen
is en daarbij opgegeven, hoeveel daarvan de aanslag der bahoe
bedraagt.
Voor dit doel zou eene Desa's gewijze opname, met op zich
zelf staande triangulatietjes of polygoonmetingen voldoende zijn.
Er mag echter niet uit het oog verloren worden, dat de vroeger
genoemde agrarische wet, waarbij den inlander het recht om zijn
bezit in eigendom te converteeren gewaarborgd wordt, nog altijd
bestaat, en er hier en daar af en toe gebruik van wordt gemaakt,
en het volstrekt niet onmogelijk is, dat zij te eeniger tijd meer zal
worden gewaardeerd en dientengevolge meer algemeen zal worden