238
van den verkrijger en het nummer, waaronder het grondstuk in de
administratie van den Gouv^s landmeter gebracht was; en welk num
mer in de cohieren der verponding (grondbelasting) naast den naam
van den eigenaar ook diende om den belasten grond en den belas
tingschuldige aan te duiden.
Naar dit stuk moest in de acte worden verwezen, door aanhaling
van het nummer, de omschrijving, de oppervlakte en den naam van
den verkrijger; terwijl de meetbrief zelf met een afschrift der acte
in handen van den gerechtigde werden gesteld.
De Gouvts landmeters, die met de afgifte der meetbrieven belast
waren, moesten een dubbel er van aanhouden en blokkaarten aan-
1 eggen, waarop die stukken in verband tot elkander moesten worden
afgebeeld.
Dit alles had bij goede plichtsbetrachting, voldoende bekwaamheid
der landmeters en goed beheer van het archief vrij voldoende hecht
heid en zekerheid aan de verkregen rechten kunnen geven; doch
daarmede is het algemeen zeer treurig gesteld geweest.
Daar er zoo goed als geene controle op deze functionarissen werd
uitgeoefend, de functie zelve meestal slechts een onbezoldigd bijbaantje
was, waarvan het aantrekkelijke alleen bestond in de salarissen, die
het publiek voor hunne bemoeienissen te betalen had, bestond er
alleen prikkel om dat werk te verrichten waarvoor zij betaling ge
noten. Men vindt dan ook bijna nergens afgewerkte blokkaarten;
op de meeste plaatsen is zelfs met den aanleg daarvan niet begonnen;
de dubbelen der meetbrieven zijn in de archieven dikwijls niet aan
wezig of zoo gebrekkig en onvolledig, dat zij geen de minste
waarde hebben.
Bovendien waren deze landmeters maar zeer zelden eenigszins voor
hunne taak bekwaam, waarvan de tallooze stukken waarop de cijfers
met de figuren geheel in tegenspraak zijn, kunnen getuigen en hoe
weinig plichtsbesef er bij die heeren bestond, blijkt uit het feit, dat
uit de vergelijking van vele meetbrieven met het terrein duidelijk
aan den dag komt, dat zij geheel gefantaseerd zijn.
Het zal u dus wel duidelijk zijn, dat thans in vele en wel de
meeste gevallen niet meer met eenige zekerheid kan worden uitge
maakt, hoe de toestand bij de uitgifte geweest is, en dat de archieven
van de vroegere Goevt8 landmeters niets anders zijn, dan een chaos