239
van vrij waardelooze stukken, die tot de zekerheid der zakelijke
rechten op den grond al zeer weinig meer afdoen.
Daar er bovendien weinig naar werd omgezien of de grenzen
willekeurig werden verplaatst, waartoe vooral bij Chineezen en Ara
bieren groote neiging bestaat, valt het moeielijk uit te maken, of de
afwijkingen tusschen het terrein en de meetbrieven moeten worden
toegeschreven aan wijziging der grenzen of gebrekkige opmaking der
meetbrieven, dan wel aan beiden.
In dezen désolaten toestand verkeerde de Gouvernements admini
stratie en de rechtszekerheid van den grond, toen de destijds uitge
zonden commissie Motké c. s. een onderzoek kwam instellen naar
het belastingwezen en het fïnantiëel beheer in Ned. Indië.
Daar overgangs- en successierechten, benevens landrente en verpon
ding, tot de hoofdbronnen van vaste inkomsten behooren, waarop
de Indische fïnantiën steunen, werd aan de administratie der vaste
goederen allereerst de aandacht gewijd. Dadelijk moest wel in het
oog vallen, hoezeer dezen grondslag, voor de billijke en juiste heffing
dezer bronnen van inkomsten, in zijne organisatie gebrekkig en in
zijne toepassing verwaarloosd was. Het is dan ook vooral aan de
levendige afschildering van dien vicieusen toestand en de voorstellen
dezer commissie om daarin op voldoende wijze verbetering te bren
gen, te danken, dat tot de daarstelling van een deugdelijk kadaster
werd besloten.
De grondbelasting, die van deze gronden geheven wordt, onder
den naam van verponding, wijkt in haren aard geheel af van de
vroeger besproken Landrente. De laatste toch bestaat in een
tantième van de jaarlijksche opbrengst van den grond; terwijl de
verponding 3/4 °/0 bedraagt van de verkoopwaarde van den grond,
met wat daarop aanwezig is. Zij houdt dus geen verband met uit
gestrektheid, cultuur of opbrengst, maar alleen met de verkoopwaarde
van een geheel bij eene zelfde acte gevestigd eigendom.
Het ligt voor de hand, dat het kadaster, voor deze soort van grond
belasting, geen rekening te houden heef met de indeeling van den bodem
naar zijne bebouwing, de onderverdeeling door wegen, heggen, vijvers
of wat ook en het dus voldoende is, om elk eigendom of grondstuk,
zooals het voor afzonderlijken aanslag in de verponding in aanmer
king komt, in zijn geheel aan te duiden en af te beelden.