241 toch alle steenen gebouwen zeer juist gemeten en in kaart gebracht, zoowel om een goed overzicht te hebben, als om daardoor uitgangs punten voor de bijhouding en voor de reconstructie der grenzen te verzekeren, wat bij de geringe belangstelling voor de laatsten van groot belang is. Aan elk op zichzelfstaand woonerf, en overigens aan elk bij eene zelfde vestiging of transport beschreven grondstuk wat daarop ook moge voorkomen is slechts één kadastraal nummer gegeven. De driehoeks- of polygoonmetingen zijn verbonden aan primaire of secundaire punten van den geografischen dienst, de plans op 1/1000 of 1/500 met de meeste zorg gekaarteerd en volgens vaste voorschriften omtrent het beschrijven, kleuren enz. zeer uniform en ik durf ook zeggen: in 't algemeen zeer net behandeld. Bij elk minuut plan is een bijblad gelegd waarop de grenzen zeer nauw keurig in grijzen inkt of hard potlood zijn overgebracht, verder zijn drie copijen gemaakt, ééne voor gebruik op het kantoor, ééne voor het veld, en ééne voor de verwijzingen naar de kenmerken van het oude kadaster. Om deze verwijzing zoo goed mogelijk te kunnen bewerkstelligen, heeft men getracht om uit de oude meetbrieven en blokkaarten, voor zoover de laatste aanwezig waren, de grenzen op de daarvoor bestemde copijen van het nieuwe kadaster, zoo goed en zoo slecht als het kon, over te brengen en door roode lijnen voorgesteld. Het verponding nummer, het eenig eenigszins betrouwbaar oud kenmerk, werd mede in rooden inkt in de gereconstrueerde oude perceelen gesteld. Op deze wijze zou men een zeer juist overzicht gehad hebben van het verband tusschen het oude en het nieuwe kadaster, als de oude gegevens maar ten naastenbij goed waren geweest. Hoeveel dit echter te wenschen overliet, is reeds genoeg gezegd. Wat moeite en zorg dit werk gekost heeft is niet te gelooven, doch het zal u niet moeilijk vallen te begrijpen, dat die verwijzing, al is zij door buitengewone krachtsinspanning en [geduld bij het door snuffelen van de bureaux voor de in-en overschrijving, door opsporing van oude acten en wat niet al, vrij volledig geworden, wat de iden titeit betreft, toch hoogst gebrekkig moest blijven ten opzichte der begrenzing. Er bestond n.l. meestal zóó weinig overeenstemming tusschen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 247