253
de leden uit het Noorden niet gebaat worden door de toegekende reductie
op de Staatsspoorwegen, aangezien deze niet wordt toegepast op den Centraal-
spoorweg, thans in beheer overgegaan bij de Exploitatie Maatschappij,
De voorzitter, er op wijzende dat die overgang nog van zeer jongen datum
is, vertrouwt in de toekomst gunstiger bepalingen te zullen bekomen.
De heer Boer heeft op grond der statuten bezwaar voor twee jaar tegelijk
de plaats der bijeenkomst te bepalen; voor 1891 geeft hij in overweging
Groningen te kiezen. De heer van Dijk stelt voor Zwolle.
De heer Engelmann, in de meening dat de meeste leden in Noord- en
Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland wonen, acht het van gewicht met dien
toestand rekening te houden. De voorzitter beantwoordt de opmerking van
den heer Engelmann met de mededeeling dat de Vereeniging een niet
gering te schatten en zeer te waardeeren steun in de Noordelijke provinciën
ondervindt; hij beaamt daarom de billijkheid van het voorstel Mulder,
doch betoogt, dat Amsterdam de meeste leden trekt; hoofdelijke stemming
wordt door hem voorgesteld.
De heer Boer wijst er op dat naast de belangen die de vergadering be
hartigt, ook het genoegen der leden eene plaats behoort te vinden, en geeft
daarom aan Groningen boven Zwolle de voorkeur.
De heer Hondius wenscht, dat bij stemming ook Amsterdam in aan
merking zal komen.
De heer van Dijk beveelt aan de vergadering te laten kiezen tusschen
Amsterdam, Groningen en Zwolle.
De voorzitter vereenigt zieh met dit denkbeeld
De uitslag blijkt te zijn: Amsterdam 14, Groningen 18, Zwolle 0, blanco 6
zoodat Groningen is gekozen.
Voor de keuze van een bestuurslid stelt de voorzitter voor te houden twee
vrije stemmingen, om daarna zoo noodig over te gaan tot eene keuze tusschen
de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich
vereenigden.
Het stembureau wordt gevormd door de heeren van Dijk en Engel
mann. De eerste vrije stemming levert geen resultaat, de meeningen blijken
verdeeld.
Bij de tweede stemming wordt de heer G. A. Engelmann gekozen.
De gekozene maakt bezwaren tegen de aanneming, na eenige inlichtingen
door den voorzitter gegeven besluit de heer Engelmann zich de keuze
te laten welgevallen.
Het aftredende bestuurslid, de heer J. F. H. Meijer, ontvangt van den
voorzitter eene welverdiende dankbetuiging voor de toewijding en den ernst,
waarmede hij de aangelegenheden der vereeniging behartigde.
Bij de behandeling van punt i verzoekt de heer van Dijk aan de leden den
voorzitter bij acclamatie te herkiezen. Algemeen wordt hieraan voldaan de