54 Voorheen werd dergelijk werk onmiddelijk op het terrein verricht, waarbij men alsdan tastenderwijze opereerde. De lijn werd op het oog uitgezet, ge waterpast, berekend en vervolgens aanhoudend gewijzigd en verbeterd. Deze langdurige en kostbare arbeid, welke door een geoefend oog soms belangrijk kan worden verkort, leidde echter meestal tot tijdverspilling en teleurstelling, terwijl men bovendien niet gewaarborgd was de best mogelijke richting gekozen te hebben. Met den vooruitgang der spoorwegtechniek is ook hierin verbetering gebracht en kwam men er toe om het traceeren in bergterrein methodisch te bewerken. Daartoe wordt het terrein, waarin het tracé zal gelegen zijn, met alle ver heffingen en inzinkingen in kaart gebracht en op die kaart, welke van hoogtelijnen voorzien is, wordt de richting van den spoorweg nauwkeurig bepaald; zelfs kunnen verscheidene tracés worden bestudeerd. Daarbij wordt uit den aard der zaak getracht zooveel mogelijk het natuur lijke beloop van het terrein te volgen, waardoor de breedte van de te ont eigenen strook gronds en het grondverzet tot een minimum worden teruggebracht. De vastgelegde richting wordt later op het terrein overgebracht. Deze methode geeft de beste uitkomsten, zoowel in zwaar bergterrein als in heuvelachtige landstreken, in begroeid en bebouwd, zoowel als in epen terrein. De voordeelen aan deze werkwijze verbonden zijn zeer belangrijk, en wegen ruimschoots op tegen de moeite en den arbeid welke eene rationeele toepas sing vorderen. Men kan veilig aannemen, dat deze methode van opneming onmisbaar is om in geaccidenteerd terrein te geraken tot zuinigen aanleg van eenen spoorweg. Zij werd bij ons het eerst ingevoerd en in toepassing gebracht in 1873 door den heer J. L. Cluijsenaer destijds Ingenieur, chef der spoorwegopneming op Sumatra, thans Directeur-Generaal der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. Van Sumatra heeft zij later haren weg gevonden naar de spoorwegopne mingen op Java en in de Transvaal. Ter samenstelling van de hoogtekaart is gebruik gemaakt van den tacheo- meter van Richer. Voor de kennis en het gebruik van dit universaal-instrument wordt ver wezen naar de speciale daarop betrekking hebbende werken, terwijl voor meerdere bizonderheden aangaande het vorengenoemde tracé de aandacht wordt gevestigd op een artikel in het weekblad „de Ingenieur" van 8 Juni 1889 getiteld „de ontworpen locaalspoorweg van Sittard naar Herzagenrath." Door den boekhandelaar, den heer Stemler, Haarlemmerstraat 2 te Amster dam was ingezonden een collectie teekenpapier van verschillende afmeting en quahteit afkomstig van de firma van Gelder en Zonen te dier stedezeer trokken ook de aandacht de geëxposeerde teekeningen op lichtdrukpapier

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 58