HYPOTHEC AIR-K AD ASTRALE BOEKHOUDING;
GEDEELTELIJKE KADASTRALE PERCEELEN.
In de vergadering van de Notariëele Vereeniging op 4 Januari jl.
hield ik eene lezing ter inleiding van debat over de hypothecair-
kadastrale boekhouding in Nederland, benevens over het gebruik
van kadastrale perceelen in acten ter over- of inschrijving aangeboden.
Mij werd toen gevraagd, die lezing af te staan ter plaatsing in dit
Tijdschrift.
Ik heb gemeend daartegen geen bezwaar te moeten maken. Is
openbare bespreking van zaken van algemeen belang nuttig en
noodig, het gesproken woord blijft veelal in beperkten kring, en
ruimer verspreiding is wenschelijk.
Het gesprokene heb ik belangrijk verkort en in zooverre gewijzigd
als ik noodig achtte, om het ook voor lezers geschikt te maken.
Hiermede wordt echter niet bedoeld, dat ik dit korte opstel beschouwd
wensch te zien als een opzettelijke studie over het onderwerp.
Mij heeft voornamelijk voor oogen gestaan de gedachte, dat de
Staatsmachine in Nederland maar al te dikwijls met halve kracht
werkt, en dat eene herinnering aan hetgeen in de laatste 30 jaren
op het onderwerpelijk gebied heeft plaats gehad wellicht eene aan
sporing zou kunnen zijn tot het invoeren van betere toestanden.
Spreek ik op sommige punten mijn eigen gevoelen uit, of wijs ik
op vroegere uitingen mijnerzijds, dan doe ik dat alleen om de zaak
van alle kanten te doen bezien.
Den 5den Januari 1860 werd door de Regeering aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal een ontwerp van wet aangeboden be
trekkelijk de wijze van overdracht van onroerende zaken en daarmede
in verband staande verbetering van het hypothecair-stelsel. De uit
gebreide memorie van toelichting, die het ontwerp vergezelde, bevat
o.a. deze merkwaardige woorden: „de geheele eigendom van onroerend