63
op het laatste nomraer der Sectie, waartoe het oorspronkelijke per
ceel behoort. Dat nommer blijft gehandhaafd ook na de opmeting
door den landmeter. Het ondergaat dezelfde handeling en heeft
hetzelfde rechtsgevolg, alsof het in de acte ware genoemd.
Eenvoudig genoeg. Maar uitvoerbaar?
Verschillende opstellen zijn over dit onderwerp geschreven waarin
het middel, door de meerderheid aangegeven, onverdeeld afgekeurd,
en dat van de minderheid beurtelings bestreden en in bescherming
genomen werd.
De ontworpen wetsbepaling werd een niet te verdedigen hardheid
genoemd door den heer W. F. Bruinier, omdat bij onmiddellijke
verhypothekeering de kooper of bouwer geen geldschieter zou kunnen
vinden, wanneer het rechtsgevolg eerst na eenig tijdsverloop en dan
nog wel na eene te vervullen formaliteit intrad.
De heer Schoth 2) noemde het denkbeeld om gedeelten van per-
ceelen eerst rechtsgevolg te geven na kadastrale splitsing een droom
beeld. Hij trachtte aan te toonendat elk gedeelte van een perceel
zeer duidelijk kon worden omschreven; bovendien achtte hij het de
zaak van belanghebbenden, zoodanige voorzorg te nemen als hun zal
toeschijnen, dat hun belang vordert, hetzij door voorafgaande splitsing
te vragen, figuratieve schetsteekening bij de acte te voegen of wel
eene acte van aanvulling in te leveren.
De heer A. van Eek, 3) hypotheekbewaarder, noemde het eene mis
handeling van den kleinen man zóó erg, dat geen woorden krachtig
genoeg zijn, om zijn verontwaardiging uit te spreken.
Een ambtgenoot van dezen schrijver, de heer W. F. Mensing4)
achtte de ingebrachte bezwaren van zoodanigen omvang, dat men
verwachten mocht geen enkel voorstander meer te zullen aantreffen,
zoodat verdere bestrijding door hem onnoodig geacht werd.
Deze schrijver zegt verder: 6)
Weekbl. van het notarisambt en Registratie n°. 50, blz. 396.
2) Weekblad van het regt n°. 3271, blz. 4.
3) Losse aanteekeningen op het Verslag der Staats-Commissie, blz. 28.
Gorinchem W. J. Gordon, 1871.
4) Opmerkingen betrekkelijk hypothecaire boekhouding blz. 15, 's Graven-
hage de erven Thierry en Mensing, 1871.
5) Idem blz. 16/17.