65
bloot aan het verliezen van rechten, die de Wet hun juist wil en
moet waarborgen.
Ik heb in die dagen de leer van de meerderheid en ook die van
de minderheid der Staats-commissie bestreden.
De leer van de meerderheid, om tijdelijk rechtsgevolg te ontzeggen
aan acten met gedeelten van kadastrale perceelnommers, komt mij
voor een dwaalleer te zijn, ware het alleen dadrom, dat hetgeen
ook de meerderheid onderstelt te kunnen gebeuren de onwil van
een der partijen tot een procedure zou voeren, zij het ook volgens
die meerderheid een korte en onkostbare procedure, maar bovendien
deel ik al de bezwaren die de minderheid heeft aangewend (zie
bladz. 63 en 64.)
De minderheid wilde den bewaarder de vernommering opdragen,
zonder dat er eene opneming of opmeting in loco heeft plaats gehad.
Tegen dit hulpmiddel heb ik de volgende bedenkingen:
1°. de mogelijkheid dat het perceel niet is afgedeeld op het terrein
waardoor de door den bewaarder gegeven nommers niet in de
kadastrale, maar wel in de hypothecaire registers zouden voorkomen
en bovendien de opvolgende reeks van nommers op de plans en
hulpkaarten zou zijn verbroken;
2°. het opgeven van een verkeerde sectieletter of nommer in de acte
of in het borderel. (Niet alle sectiën hebben hetzelfde aantal nommers);
3°. de mogelijke vernommering van een perceel uit andere oorzaak f
dan b.v. verkoop, tusschen de aanbieding van een stuk aan de be- ',-V
waring en de inzending van metingstukken.
Als b.v. op den 2eu een acte inkomt, waaruit vernommering door
den bewaarder volgt, dan zou datzelfde nommer door den landmeter
kunnen vernommerd zijn op den leH, terwijl zijne metingstukken
pas den 3en inkomen; maar al zou men dat bezwaar weten uit den
weg te ruimen, dan is het toch onzeker dat de meting door den
landmeter overeenkomstig den feitelijken toestand gedaan, in over
eenstemming zal zijn met de bedoeling van de acte, die hem
landmeter op dat oogenblik onbekend was.
Ik wees er destijds op, dat het wenschelijk ware bij de Wet aan
de eigenaren den plicht op te leggen, om den landmeters zoodanige
inlichtingen te geven, als dezen behoeven om zonder misslagen te
kunnen vernommeren en na eene vernommering van perceelen de
Tijdschrift Kadaster 1890. 5.