G8 verklaren, dat ik mij verheug over de zoo gelukkige oplossing in latere opstellen gegeven (Tijdschr. v. K. III blz. 341, en IV blz. 82, 173) n. 1. «Kaarten met bewijskracht". Indien in beginsel wordt vastgesteld, dat de voorstelling op het kadastrale plan, behoudens tegenbewijs, wordt vermoed juist te zijn, zullen in zeer veel gevallen groote bezwaren worden ondervangen en moeielijke kwesties worden ter zijde gesteld. Er is terecht gezegd, dat een Kadaster, dat niet gelooid wordt, een onding is. (Tijdschr. V. blz. 249.) Kadaster en Hypotheken, hunne boekhouding, verplichtingen van belanghebbenden en van ambtenaren, alles behoort bij de Wet te worden geregeld. Bestaat er vooreerst geen kans tot het tot stand komen van die Wet, hoewel er in de vertegenwoordiging meermalen op werd aangedrongen, dat dan voorloopig afdoende verbetering worde gebracht in de boekhouding en vooral eene oplossing gegeven worde aan de kwesties der gedeeltelijke nommers in acten van eigendoms-overgang, hypotheekstelling, enz. Nadruk leg ik daarbij op deze punten: 1°. Kaarten met bewijskracht. 2°. Staats-verantwoordelijkheid tegenover het publiek. 3°. Periodieke vernieuwing van inschrijvingen. Niet zonder reden ben ik in mijne geschiedkundige mededeelingen zoo uitvoerig geweest. Ik heb willen doen uitkomen, dat de onder- werpelijke zaak toch zeker wel voldoende voorbereid zal zijn, om een betere regeling in 't leven te roepen. Bouwstoffen sinds meer dan 30 jaren verzameld door practijk en wetenschap maken het gemakkelijk, eene beslissing te nemen. Daartoe op te wekken was het voornaamste doel van mijn inlei dend woord. E. Barenbroek.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 72