81 verpondings-commissie te Batavia. Zoo ging men voort met aan het bestuur, in het belang van de landrenteheffing, gegevens te verstrekken, ten aan zien van 4 districten (één van de Preanger Regentschappen, één van Pasoeroean, één van Probolinggo en één van Kediri) met respectievelijk 12, 59, 36 en 44 dessa's en eene oppervlakte van 20300, 3326, 5795 en 6500 H.A. Als proefneming of daardoor de taak van het kadaster niet te zeer zou ver zwaard worden, is onlangs ook besloten om de velden van eenige dessa's in Soerabaya, die haar communaal grondbezit in erfelijk individueel hebben geconverteerd, door het kadaster globaal te doen opmeten. Het getal dessa's, waarvan de bedoelde gegevens in handen van ambtenaren bij het binnenlandsch bestuur waren gesteld, was dientengevolge geklommen tot 1628 (verdeeld over 29 districten van 5 residentiën,) te zamen eene oppervlakte beslaande van 425010 hectaren of ruim 301587 bouws. Aan niet gecultiveerde gronden was onder dit totaal eene oppervlakte van p.m. 75000 bouws begrepen. De gegevens, tot ultimo 1887 verstrekt, hadden betrekking op 389089 bouws. Voor bouws zal, naar de thans ontvangen opgaven te oordeelen, gelezen moeten worden hectaren. De oorzaaak, dat in het afgeloopen jaar betrek kelijk weinig gegevens aan het bestuur werden verstrekt, vond men vooral in den toestand van het werk, daar het opnemen en in kaart brengen van betrek- lijk veel terrein voor de helft of drie vierde gedeelten gereed was, doch de kaarten nog niet konden worden afgeleverd, omdat de afgifte daarvan districtsgewijze plaats heeft; ook begon de uitgebreide bij houding van het reeds gekadastreerde haren belemmerenden invloed op de vordering der kadastreering zelve te doen gevoelen en eindelijk werden er, zooals uit de voorafgaande opgaven blijkt, in het afgeloopen jaar zeer vele buitengewone diensten van het kadaster gevorderd. 3 ingenieurs, 4 bewaarders, 16 land meters en 32 adjunctlandmeters, zijnde één adjunct landmeter minder dan bij het einde van 1887, waren er bij het einde van 1888 bij den kadastralen dienst in functie. Voor het afnemen van het examen voor adjunct-landmeter en van het overgangs-examen voor bevordering tot landmeter werden nieuwe reglemen ten vastgesteld bij gouvernements besluit d.d. 24 December 1888 n°. 17. Evenals bij het einde van 1887, bestond bij het inlandsche personeel, bij de metingen geplaatst (hoofdmantri's, mantri's en élève mantri's) uit 260 personen. 34 kantoren, verdeeld over 10 residentiën waren, evenals in vorige jaren, aangewezen voor de bijhouding der voormalige kadastraal-statistieke opneming. Aan het hoofd van elk kantoor stond een mantri-teekenaar, bijgestaan door mantri's, en élève-mantri's, te zamen ten getale van 92. Den bewaarder van het kadaster, geplaatst op het hoofdbureau van het kadaster te Batavia, bleef het algemeen toezicht op dat werk opdragen, hij werd, voor zooveel de residentiën Samarang en Japara betreft, in het speciaal toezicht, Tijdschbift Kadasteb 1890. 6.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 85