97 En welken indruk maakte dit alles in Nederland? Krayenhoff de zeventigjarige, had in 1828 wel te veel andere beslommeringen (zie Jrg. V bldz. 220) om het zich aan te trekken. De Gelder, die er ten onrechte aanspraak op maakte van het wetenschappelijk hoofd der meting geweest te zijn, was verdiept in vruchtelooze be moeiingen betreffende het industrieel onderwijs. De eerste, die er notitie van nam, was Verdam, die in zijn „Methode der kleinste Ouadraten, Groningen 1850, blz. 206214" uitvoerig weergaf, wat Gauss over de veelhoeken om Leeuwarden en Drachten gezegd had. Natuurlijk moest zulks een Nederlander prikkelen om na te gaan of dit ook op de andere deelen van het net toepasselijk was. Maar V e r d a m heeft dit niet gedaan, en de beroemde wiskundige zegt met verbazende leukheid dat „de bedoeling van Gauss niet was noch kon zijn om door de aanwijzing der verschillen het vertrouwen op de uitkomsten van Krayenhoff te verzwakken". Dertien jaren later verscheen de critiek van Cohen Stuart, in het geschrift boven op blz. 73 noot genoemd. Ofschoon deze geheel volgens de voorschriften van Gauss heeft heeft gewerkt, vermeldt hij alleen in een noot (blz. 32), dat Gauss de veelhoeken om Leeuwarden en Drachten behandeld heeft. En wat in die noot verder staat, doet vermoeden dat C. St. het door hem aangehaalde niet opmerkzaam gelezen heeft. Cohen Stuart en Kaiser zeggen in 1864: „dat de arbeid van Krayenhoff zoo langen tijd den meest onbepaalden lof mocht inoogsten"; „die metingen bezitten geenszins de nauwkeu righeid, die haar steeds werden toegekend (blz. 8, 20,). Was dan aan beiden het supplementum theoriae combinationis en de brief wisseling van Gauss en Schumacher (gedrukt in 1860 en aanwezig in de bibliotheek der sterrenwacht te Leiden) onbekend? In die Briefwechsel (II, s. 29) deelt Gauss mede, dat hij voor den hoek VarelJeverEsens 152°22'36,"585 heeft gevonden, en zeker is, niet 1" fout te wezen. Uit tableau I van Krayenhoff volgt voor dien hoek 21 ",675, en Gauss vermoedt dat Kr. één meter fout begaan had bij het centreeren. Maar uit Z. f. V. 1885 s. 206 blijkt, dat die hoek van Gauss bij de vereffening 36" kleiner is geworden, terwijl Krayenhoff bij zijne vereffening slechts tot 21 ",249 daalde. o o

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1891 | | pagina 107