6
De beëedigde deskundigen vormden hiervan lijsten, waarin zij de
waarden der perceelen aanteekenden.
Afschriften dezer lijsten werden in de gemeentehuizen ter visie
gelegd, opdat de eigenaren zich van de juistheid der meting en
schatting zouden kunnen overtuigen, of daartegen hunne bezwaren
inbrengen. Deze bezwaren werden onderzocht en daarmede naar
bevinding gehandeld.
Ten slotte werd de aanslag vastgesteld.
De werkzaamheden vonden geen tegenstand, daar men overtuigd
was, dat zij alleen eene betere verdeeling van den omslag bedoelden,
en zoo was dan ook het geheele werk in 1794 afgeloopen.
Onmiddellijk werd het ter executoir verklaring aan den Raad van
State opgezonden. Het is nimmer in werking getreden. De staat
kundige omwenteling, welke kort daarna uitbrak, deed het uit het
oog verliezen, en zoodoende heeft dit werk thans nog alleen waarde
als een vrij belangrijke statistiek van deze streek in dat tijdperk.
De kennismaking met dit kadaster levert het bewijs, dat een der
regels van publiek recht in zake grondbelasting, onder het régime
der Unie, niet was de beweerde stabiliteit of onveranderlijkheid, die
de natuur er van gelijk zou maken aan een grondrente, maar dat,
hoewel deze stelling niet uitdrukkelijk is uitgesproken, de eigendommen
altijd onderworpen zijn geweest aan de werking van gelijkheid en
veranderlijkheid in den aanslag, zoodra de betrekkelijke verhouding
tusschen de waarde der eigendommen, in dezelfde of in verschillende
gemeenten gelegen, was verbroken, of de eischen van het algemeen
belang, of van den staat, wijzigingen van den aanslag vorderden.
Thans zij het mij vergund nog eenige oogenblikken uwe aan
dacht te vragen voor de periode, waarop ik U bij den aanvang wees.
De grondwet van 1 Mei 1798 verklaarde Nationale Schuld alle
schulden der Provinciën, welke tot de Unie hadden behoord, onder
voorwaarde, dat de provinciale belastingen zouden worden vervan
gen door een algemeen stelsel van belastingen, waarvan volgens
artikel 110 deel uitmaakte, éene belasting op de onroerende goede
ren, over de geheele Republiek, in eene gelijke verhouding tot
hunne betrekkelijke waarde.
Het plan tot regeling daarvan moest binnen een jaar worden in
gediend, en de invoering moest binnen twee jaren plaats hebben.