106 strument wordt het raam niet opgehouden door een wervel, maar door den schroef S. Voor de beweging van den abscissenwagen over een bepaalden afstand, zijn op het rad D (Fig. 4) verdeelingen aangebracht voor de schalen 1Iïooo en V20oo> met een index i (ter grove instelling), die voor het gebruik van een dezer schalen verstelbaar is. Het aantal geheele omdraaiingen van het rad D wordt aangewezen door een telrad, eveneeens met becijfering voor Viooo en V2000 en met een verstelbaren index 1'. De nauwkeurige instelling en uitzetting van willekeurige afstanden wordt uitgevoerd door gebruik te maken van een meetrol M'. Deze is even als M gevat in een raam, dat om eene as draaibaar is. Bij M' is die as echter aan den onderkant van het raam aangebracht, terwijl het gekartelde rondsel r aan de as van den meetrol door het gewicht van het raam, tegen den gekartelden kant van het rad D drukt. Wanneer het instrument niet gebruikt wordt, dan wordt het raam van den meelrol M' door draaiing aan den schroef F bewogen en het rondsel van het rad D vrij gemaakt. Door de klemschroef N wordt de abscissenwagen vast gezet, terwijl de fijne beweging wordt verkregen door de schroef L (fig. 1). Fig. 5 is eene verticale projectie van het instrumentgedeelte A", ter verduidelijking der samenstelling van de onderdeelen. Eene omdraaiing van de meetrollen M en M' is 10 meter op '/iooo- Zij zijn verdeeld resp. in 100 en 200 deelen voor '/ïooo en 2ooo- De becijfering is van 0 tot 10, zoodat uitzetting tot in centimeters mogelijk is. De zuivere rechtlijnige voortbeweging van den coördinatograaf is slechts mogelijk, wanneer het instrument opgesteld is op een zuiver plat, horizontaal, vlak en de rollen C, C en D voortdurend op dat vlak blijven loopen. Wanneer dus bij de bewerking van een kaartenblad blijkt, dat de rollen over de randen van het papier heen zouden gaan, moet het platte vlak weer hersteld worden door aanvullingsstrooken van gelijke dikte als het kaarten blad, uitgesneden naar den vorm van de bladkanten. Het bezwaar, dat hierin gelegen is, zal de heer C o r a d i bij vervaardiging van latere instru menten opheffen, door de baan van de looprollen CC onaf handelijk te maken van het teekenpapier en de maat voor de abscissen aan te brengen bij een der rollen C. Regeling behoeft deze coördinatograaf niet. De rechthoekige beweging van abscissen tegenover ordinaten is door de constructie gewaarborgd. Er behoeft slechts op gelet te worden, dat de assen der verschillende raderen gemakkelijk loopen, zonder merkbare speling in de tappen. Voor herstelling van af wijkingen in dezen zin zijn de noodige schroeven aangebracht. Het onderzoek kan zich bepalen tot de uitzetting van een rechthoek, waarvan de diagonalen gelijk bevonden moeten worden en tot de gelijkheid

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1891 | | pagina 118