117 triangulatie bestaat uitA. het net der hoofddriehoeken, tellende 202 bezochte en 16 niet bezochte stations, 1554 richtingen L) (683 weder- keerige en 188 eenzijdige), dus 1352 hoeken; 463 driehoeken, 17 vierhoeken en 2 vijfhoeken waarvan alle hoeken bekend zijn, alzoo 482 drie- en veelhoeksvergelijkingen en 438 zijdenvergelijkingen. De berekening geschiedde volgens de methode der kl. Qudaarbij werd dit net in 21 stukken (figuren) verdeeld en het gewicht van elke richting evenredig met het aantal instellingen aangenomen. B. 20 kleinere netten, tot verbinding van 5 der bases en der talrijke astronomische stations aan het hoofdnet. Onder deze 20 is een netje op het eiland Wight, met zijden van weinige hectometers lang, en waarvan de hoeken met betrekkelijk zeer geringe nauwkeurigheid gemeten zijn. Deze britsche triangulatie lokt, door hare gedaante en uitgebreid heid, tot eene vergelijking met het werk van Krayenhoff uit. Cohen Stuart had niet mogen nalaten om aan te toonen, dat de stellingen waarvan hij uitgaat, den toets aan dit britsch net kunnen doorstaan. Laat ons nagaan, wat hij gevonden zou hebben. Stationsvergelijkingen worden in het engelsche werk niet gegeven en zijn er ook niet uit af te leiden. Eene afzonderlijke berekening van m2 en m3 of van de m. fuit beide te zamen, ontbreekt eveneens. Ik vindsom van de quadraten der sluitfouten van de 463 hoofddriehoeken 4961 Sec.2 Die der 17 vierhoeken 177 en die der 2 vijfhoeken 36,5. De m. f. van één hoek hieruit berekend is 1/ (4961 3/4 X 177 3/5 X 36,5) V1446 V 5116/1446 1",8S1. De kleinere netten (Wight uitgezonderd) leveren, behalve 111 zijdenvergelijkingen, nog 96 driehoeksvergelijkingensom qu. sluitfouten 2977. De 578 veelhoeksvergelijkingen geven dus Het berekenen van m3 uit de 438 111 549 zijdenvergelij kingen zou een taai werk zijnik heb dus den volgenden weg ingeslagen, die wel niet streng 2) is, maar in een paar uren Fig. 7 daarbij voor 82 richtingen gerekend, p. 337 en 377/8 worden er 84 genoemd, maar twee hiervan (Foula-Fair Isle) waren reeds in fig. 6 berekend. Nos. 1 en 7 uit fig. 6 zijn identisch met Nos. 80 en 84 uit fig. 7. 2) Om volkomen streng te zijn, had het geheele net in eens vereffend moeten wezen, en moest men het ongelijke gewicht der richtingen in aanmerking nemen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1891 | | pagina 129