118
tot het doel voert. Op p. 414416 vindt men voor elk station
opgegeven de som van de qu. der correcties, die de richtingen ten
gevolge der netvereffening ondergingen. Door optellen vind ik
(Wight uitgesloten)
1674 richtingen met groote theodol. bepaald op 206punt.: 4106,97 sec2.
242 kleine 43 1741,83.
Totaal som quadraten 5848,8. Daar deze correcties het gevolg
zijn van 920 -f- 207 1127 voorwaarden, is de m. van ééne
richting V 5848,8/im 2",278 en dus de m.f, van één hoek 3",222.
De m. uit m2 en m3 te zamen is dus anderhalf malen zoo
groot als m2 alleen. Waarschijnlijk zou m3 alleen dus ruim 4" be
dragen, of m3 2 m2.
De wijze van critiek door Cohen Stuart op Krayenhoff
toegepast, zou dus ook leiden tot verwerping der britsche triangulatie,
ja deze laatste meting zou wegens de grootere m. f. nog slechter
dan die van Kr. moeten heeten.
Niemand zal mij dus kwalijk nemen, als ik de gevolgtrekking
omkeer, en beweer: dat de grondslagen van Stuarts critiek onjuist
zijn, en zijn oordeel daarom valsch. Maar wel zal men Stuart
euvel mogen duiden, dat hij verzuimd heeft om te onderzoeken of
zijne grondstellingen wel met de praktische ervaring in overeenstemming
waren. De waarschijnlijkheidsrekening is een te subtiele en abstracte
wetenschap om hare resultaten voetstoots aan te nemen en toetsing
aan de praktijk overbodig te achten, vooral wanneer de goede naam
van een landgenoot er door aangetast wordt.
Ik erken gaarne, dat Stuart het gedrukte werk van Kr. en de
manuscripten nauwkeurig onderzocht heeft. Maar daarom is het des
te meer te betreuren, dat hij over onderscheidene punten niet in
meer bijzonderheden is getreden. Ik heb zijne critiek wat de hoofd
zaak betreft, hierboven weerlegd, en wil nu nog eenige kleinere op
merkingen over zijn geschrift laten volgen.
Blz. 22, regel 9 v. o. Bij het gebruik der triangulatie van Kr. komt
het wel degelijk aan op de onzekerheidin de absolute lengten der zijden.
Blz. 29, r. 13. Stuart schijnt eerst de repetities van Kr. volgens
de methode van Bess el te hebben willen berekenen. Gauss (Brief-
wechsel mit Schumacher IV, 219) oordeelde deze omslagtige handel
wijze overbodig (zie Jrg. V blz. 277.)