132
Bij hetgeen boven op blz. 117 reeds over de Engelsche triangulatie
is gezegd, voegen wij nog, dat onder de 463 hoofddriehoeken 160
een grootere sluitfout dan 3" bezitten (twee, in fig. 4 en 21 zelfs 11").
Onder de 96 drieh. der kleinere netten (Wight uitgezonderd) zijn 43
met een grootere sluitfout dan 3" en één van 21", Er zijn echter 5
bruikbare bases, 35 poolshoogten en 61 azimuts aan verbonden.
Bedenken wij nu, dat het net van Krayenhoff beter gevormd
is dan die in Beieren en Engeland, zoo zal men moeten toestemmen
dat na het meten van één of meer bases en van eenige poolshoogten
en azimuts in Nederland, zijne triangulatie minstens even bruikbaar
is als die der beide genoemde landen.
Toch heeft men het werk van Kr. ten eenenmale verworpen. Geen
enkele stem heeft zich ten zijnen gunste doen hooren sedert de ver
oordeeling door Cohen Stuart, en Kaiser heeft niets on
beproefd gelaten om de regeering tot eene nieuwe meting te bewegen.
Maar een noodlot heeft gerust op die nieuwe triangulatie. Eerst
trok Stuart zich terug, toen weigerde Hoek zijne medewerking.
In plaats van de zaak, die geen haast had, tot een gunstiger tijd
uit te stellen, besloot Kaiser te kwader ure om Stamkart
met de metingen te belasten. Deze was van 1866—1881 ijverig
bezig; drie stations behoefden nog slechts bezocht te worden, toen
hij stierf. Maar in 1885 werd zijn werk voor nog minder goed dan
dat van Kr. verklaard. Op krachtig aandringen van vijf beroemde
vaderlandsche geleerden, stond de regeering opnieuw de noodige
fondsen toe. In de eerste jaren had men al weder met- veel teo-en-
spoed te kampen; de campagne van 1887 was zelfs geheel vruchte
loos. Eerst in 1888, toen niet meer de graadmeting maar de secun
daire triangulatie hoofdzaak werd, gelukte het om eenige resultaten
te verkrijgen. Ten behoeve dezer secundaire triangulatie is een
nieuwe primaire driehoeksmeting noodig, en het spreekt van zelf,
dat die laatste nog beter geschikt zal zijn voor eene graadmeting
dan het net van Krayenhoff.
Wenden wij na de mislukte hermeting van Stamkart, na de
onbillijke beoordeelingen van Stuart en Gauss, den blik op
Krayenhoff terug.
Krayenhoff bezat een onverzettelijke wilskracht en een groote
o