136
der poolshoogte dan wel eigenaardige waarnemingsfouten als verklaring der
waargenomen afwijkingen moesten worden beschouwd. Naar aanleiding hier
van werd door de permanente commissie met algemeene stemmen het voorstel
aangenomen om het besluit, eene expeditie op kosten van de internationale
vereeniging voor de aardmeting, naar Honolulu te zenden, slechts voorwaar
delijk aan te nemen en eerst later de eindbeslissing te nemen. In dien
tusschentijd zouden dan zooveel mogelijk de oorspronkelijke waarnemingen
worden gedrukt en aan de leden der commissie rondgezonden, ten einde deze
in staat te stellen ze volledig te beoordeelen.
Onze voorzitter heeft als lid der permanente commissie die waarnemingen
op het eind van het vorige jaar ontvangen en het is hem bij een onderzoek
daarvan gebleken dat men geen grond heeft om de verkregene uitkomsten
aan waarnemingsfouten toe te schrijven en deze dus hoogstwaarschijnlijk door
een werkelijke poolshoogte verandering moeten worden verklaard. Hij werd
in die meening bevestigd door een onderzoek van de hoogtemetingen van de
Poolster in 1889 en in het begin van 1890 met den meridiaancirkel te
Greenwich volbracht, welke hem door den astronomer royal van Engeland,
Christie welwillend ter beschikking waren gesteld. Hij vond dus geeneaan
leiding zich tegen het voorloopig genomen besluit te verklaren, en daar het
schijnt dat ook geen der andere leden der permanente commissie zijn stem
tegen het uitzenden der genoemde expeditie heeft doen hooren, zal deze ver
moedelijk binnen kort worden uitgezonden.
Na het bovenvermelde verslag gaf de heer Helmert een overzicht van de
waarnemingen omtrent de intensiteit der zwaartekracht in de Tyroler Alpen
volbracht, waaruit, evenals uit dergelijke waarnemingen in andere bergstreken,
kon worden afgeleid dat zich onder deze bergen aardlagen bevonden van
betrekkelijk zeer geringe dichtheid, waardoor de aantrekking der groote
massa's die zich boven het gemiddeld aardoppervlak verheffen ten deele wordt
gecompenseerd.
De heer v. Kalmar bracht nog een algemeen verslag uit omtrent den
stand der waterpassingen in Europa en hierop volgden de berichten van de
verschillende afgevaardigden over de werkzaamheden in hun eigen landde
heer Sc hols gaf daarbij verslag van de werkzaamheden in het afgeloopen
jaar in Nederland volbracht,
Van deze vaak zeer belangrijke berichten vermelden we alleen die van
twee der Fransche afgevaardigden Bouquet de la Grye en Lallemand.
Bouquet de la Grye besprak de wijze waarop uit de waarnemingen
aan de mareografen de gemiddelde hoogte der zee moet worden afgeleid.
Bij de berekening van de gemiddelde waterhoogte te Brest, nam hij niet
eenvoudig het gemiddelde van een groot aantal waarnemingen, doch verbe
terde deze voor den invloed van den barometerstand, van den regen en van
den wind. Het schijnt zeer bezwaarlijk de beide eerste invloeden behoorlijk