138
voor het bouwen van een pijler op den toren te Nederweert, contracten ge
sloten. In den loop van den winter werd met den aannemer van de twee
genoemde signalen nog een contract gesloten voor het bouwen van een der
gelijk signaal op den Klifsberg. Deze vier inrichtingen waren voor den aan
vang van de maand Mei gereed, zoodat de eerste werkzaamheden van de
eerste ploeg, die in het begin van Mei met de terreinwerkzaamheden begon,
bestond in het opnemen dier werken die allen in orde bevonden werden.
Daarna werden te Oss en te Venraij de noodige schikkingen gemaakt om
aldaar de torens voor de metingen in te richten. Op eerstgenoemden toren,
die geen spits heeft, moest boven op den toren een pijler gebouwd worden
te Venraij moest op het metselwerk binnen de houten spits een pijler gebouwd
worden en in den spits de noodige luiken gemaakt worden om van uit den
pijler de omliggende torens, waartusschen hoeken gemeten moeten worden,
te kunnen zien.
Nadat voor deze werkzaamheden de noodige schikkingen gemaakt waren,
werd overgegaan tot eene nadere verkenning van het terrein, gelegen binnen
de twee driehoeken gevormd door de hoekpunten Amersfoort, Rhenen, Imbosch
en Veluwe, ten einde aldaar ten dienste van de secundaire driehoeksmeting
een paar punten uit te zoeken die bij de primaire hoekmetingen als tusschen-
punten zouden kunnen worden opgenomen.
De eigenaardige gesteldheid van dat terrein, waar zich eene menigte lage
heuvelen bevinden die veelal met hout begroeid zijn, maakt het vinden van
geschikte punten en het onderzoek daarnaar zeer moeielijk. Ten slotte wer
den als zoodanige punten aangenomen een punt op de Lunterensche heide
en een in de nabijheid van Beekbergen, welk laatste punt in der tijd bij de
metingen voor de meetkunstige beschrijving van Nederland ook als zoodanig
gediend had. Op beide genoemde punten werden pyramiden gebouwd om
van de andere punten uit daarop te kunnen richten, terwijl door het aan
brengen van granieten zuilen die gedeeltelijk boven den grond uitsteken en
door daaronder geplaatste granieten platen de punten duurzaam bevestigd
werden.
Na afloop dezer werkzaamheden had een dergelijk onderzoek plaats binnen
den driehoek Hettenheuvel, Zutphen, Winterswijk en het ten zuiden daarvan
gelegen terrein. Als tusschenpunten ten dienste der secundaire driehoeksme
ting werden aldaar aangewezen de torens te Silvolde, Aalten en Zelhem.
Daar de metingen op deze torens eerst later zouden plaats hebben en de
torens zelve van uit de primaire punten zonder heliotropen zouden worden
ingesteld, werd het inrichten van die torens voor de metingen voorloopig
uitgesteld en werd overgegaan tot de voortzetting van de werkzaamheden in
Noordbrabant en Limburg.
Nadat de inrichtingen op de torens te Oss en Venraij, die intusschen ge
reed gekomen waren, waren opgenomen, kon met de inrichting van de verdere