166 R. Landmeten, waterpassen mi geodesie. a. Algemeene cursus. Landmeten. Instrumenten. Onderdeelenrandverdeeling en hare af lezing, vizierinrichtingen, niveau. Instrumenten tot het meten en uitzetten van hoeken; theorie, regeling en gebruik. Het planchet. De boussole. Hulpmiddelen tot het meten van lengten. Uitvoering en daarbij voorkomende berekeningen. Verschillende handelwijzen tot het opmeten en het in teekening bren gen van terreinen. Driehoeksmeting. Veelhoeksmeting. Detailmeting. De inhoudsbepaling. Het uitbakenen van lijnen. Waterpassen. De trigonometrische hoogtemeting. Het gewone water passen. De barometrische hoogtemeting. 2 uren. Civiel-, Bouwkundige en Mijnen-Ingenieurs C2. b. Bijzondere onderwerpen. Het beoordeelen van de nauwkeurigheid van hoek- en lengtemetingen. Invloed der fouten op de berekende grootheden. Algemeen begrip van de methode der kleinste vierkanten. Het vereffenen der fouten bij driehoeks- en veelhoeksmetingen. De secundaire driehoeksmeting, enz. 1 uur. Civiel- en Mijnen-Ingenieurs Ct. c. Praktische oefeningen. Praktische oefeningen in het onderzoek, de regeling en het gebruik van instrumenten, betrekking hebbende op landmeten en waterpassen, 2 uren. Civiel-, Bouwkundige en Mijnen-Ingenieurs C, en C2. d. Geodesie. Uitbreiding van den cursus over landmeten en waterpassen tot groote opmetingen. Kaartprojectiƫn. Meetkunstige beschrijving van Nederland. Sterrekundige plaatsbepaling. 1 uur. Civiel-Ingenieurs C2. e. Situatieteekenen. Oefeningen 2 uren tot Kerstmis. Civiel- en Mijnen-Ingenieurs C2. De lessen, aangeduid door B2, zijn meer bepaald bestemd voor het eerste, die aangeduid door B2, voor het tweede voorbereidingsjaar voor examen B. Gelijke beteekenis hebben Cj en C2 met betrekking tot examen C.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1891 | | pagina 178