13
1 Som der hoeken van iederen driehoek 180°.
2 Som der hoeken om een centraalpunt 360°.
3 product der sinussen van de linksgelegen basishoeken pro duet der
sinussen van de rechtsgelegen basishoeken.
2°. de voorloopige berekening van de driehoekszijden, uitgaande van een
gemeten zijde, of van eene, waarvoor eene benaderde waarde is aangenomen;
3°. de elementen van de driehoeken na de aansluiting, en de correctiën,
die de waarnemingen nè. de aansluiting hebben ondergaan.
A. Driehoeken om het Ce7itraalpnnt van aanvang.
Kolom 1 van formulier I behoeft geene toelichting.
In kolom 2 wordt steeds eerst het n°. van het centraalpunt ingeschreven
en daarna de beide andere n03. met inachtneming van dezelfde volgorde als
bij nummering van de punten werd opgemerkt.
Kolom 3 is bestemd voor de gemeten hoeken. Zij is verdeeld in twee
gelijke deelen, waarvan de linker helft uitsluitend dient voor de hoeken om
het centraalpunt, terwijl de basishoeken in het rechterdeel geschreven worden.
In deze tweede helft wordt de som der 3 hoeken van iederen driehoek op
geteld, terwijl in de linkerhelft, onder de hoeken om het centraalpunt, de
som dier hoeken wordt aangegeven,
Na de invulling van deze kolom, kunnen achtereenvolgens de le en 2e cor
rectie worden toegepast, welke correctiën iu kolom 8 en 9 hare plaats be-
hooren te vinden.
De som van de le en 2e correctiën wordt daarna toegepast op de hoeken
van de driehoeken en de nieuw gevonden waarden met onderhaling in zwart
in kolom 3 boven de waarnemingen geplaatst. De optellingen kunnen dan
voor controle op nieuw verricht worden.
De log. sin. van de basishoeken, waarvan de linksche steeds op den tweeden
regel voorkomen, worden geschreven in kolom 4, de diff. voor 100 secunden
in kolom 5. Een en ander betrekkelijk de rechtsche basishoeken vindt plaats
in de kolommen 6 en 7 steeds op den derden regel van eiken driehoek.
Bij de kolommen 5 en 7 moet nog opgemerkt worden, dat sinussen van
stompe hoeken negatieve aangroeiingen hebben.
De optelling der kolommen 4, 5, 6 en 7 geeft de leden der vergelijking,
waaruit de 3e correctie (X) berekend wordt nl: som. log. sin. links zt
(som diff. links\ T7. /'som diff. rechtsN
J X som log. sin. rechts X'
Deze 3e correctie wordt in kolom 10 geschreven, waarna de som van de
kol. 8, 9 en 10, in kolom 11 in te vullen, als totaal der correctiën van
kolom 3, aan de hoeken in kolom 3 worden toegevoegd, en de waarden