171
23. Een cirkelboog te bepalen, die drie elkander snijdende lijnen raakt,
na meting der brekingshoeken met een theodoliet. Negen hoofdpunten van
den boog uit te zetten en door hoekmeting te contróleeren.
24. Den cirkelboog uit te zetten, die raakt aan een tweemaal gebroken
lijn, waarvan de brekingshoeken niet minder dan 120° bedragen, zonder
behulp van den theodoliet, volgens eene snelle benaderingsmethode. Controle
door hoekmeting op het middelste der drie raakpunten.
25. Ter bepaling van een boog van 180 M. straal is één punt daarvan
en een raaklijn daaraan gegeven.
Bepaling van het raakpunt en contröle door hoekmeting,
26. Van een boog zijn twee punten uitgezet, waarvan de afstand niet
onmiddelijk te meten is, ofschoon beide pmnten toegankelijk zijn. Straal
bekend. Een derde punt van den boog met behulp van meetlatten en den
theodoliet te bepalen en door hoekmeting te contróleeren.
27. De koorde van een cirkel van 150 M. straal is gegeven. Uitzetten
van den boog van de koorde uit, door punten op gelijke boogafstanden van
20 k 25 M. Constructie van een raaklijn in een eindpunt der koorde en
verlenging van den boog met de helft door uitzetten van de raaklijn af.
28. Uitzetten van twee evenwijdige lijnen op een afstand van 90 M. met
behulp van den theodoliet; contröle door hoekmeting.
29. Verlengen van twee als evenwijdig beschouwde lijnen (trottoirkanten
van twee straten) door zelfstandigeonafhankelijke theodolietmetingen.
Onderzoek naar de convergentie door hoek- en lengtemetingzoodanig dat
tevens de juistheid der verlenging onderzocht wordt.
De verdere vraagstukken hebben betrekking op waterpassentrigonometri
sche en barometrische hoogtemeting en tachymetrische opnamen.
Koninkrijk Beieren. 1)
Om tot het examen te worden toegelaten wordt vereischt, dat de candida-
ten den graad van „Vermessungsingenieur" verworven hebben.
Hiertoe is een bezoek van de technische hoogeschool te München gedu
rende twee jaar noodzakelijk.
Het geodetische onderwijs aan deze instelling omvat: hoogere wiskunde,
beschrijvende meetkundelagere en hoogere geodesietrigonometriealge
braïsche analysewaarschijnlijkheids- en vereöeningsrekeningkadasterme
tingen, lijnteekenensituatie- en topographisch teekenen, mechanische en
graphische rekenvraagstukkentoegepaste natuurkunde en Beiersch Staats-
en administratief recht.
Het examen voor „Vermessungsingenieur" is verdeeld in een practisch,
1) Zeitsclirift für Vermessungswezen Band XVI S. 161. Band XIX S. 599.