15 effende hoeken worden niet in de 3e correctie opgenomen, terwijl het totaal bedrag der tweede correctie bestaat uit het verschil van het totaal in de linkerhelft van kolom 3 met 360°, plus de som van de le correctiën der te wijzigen hoeken om hetzelfde centraalpunt, voorkomende voor iederen drie hoek op den eersten regel van kolom 8. In plaats van de ontbrekende linksche en rechtsche basishoeken worden uit kolom 14 der voorafgaande berekeningen de log. der overstaande zijden overgenomen. Voor het uitgewerkte voorbeeld luidt het bewijs: 3—12—3 sin. 2^-^ sin. l(ji) 3—4 3—1 sin. 1(j2) s'n' 4(^2) (2—3) sin. 2^ (3 - 4) sin. 4^ sin' X(J1) Sln' 1(J2) 3—4 Sln' 2(J1) Sln' 1(J2) 2—3 sin. l^i) Sln-4(zl2) Het algemeen bewijs wordt op dezelfde wijze afgeleid. In kolom 14 wordt de log. der overstaande zijde, die in de plaats gesteld is van de ontbrekende linksche basishoeken, op den derden regel van den eersten te berekenen driehoek geschreven, terwijl de middelste regel van die kolom betrekkelijk den laatsten driehoek moet sluiten met den log. der over staande zijde, die voor de ontbrekende rechtsche basishoeken is in de plaats gesteld. Overigens blijft de vereffening en berekening hetzelfde als die, welke voor het eerste centraalpunt werd aangegeven. Na uitvoering der bovenstaande bewerkingen voor alle centraalpunten, die met den aansluitings driehoek in betrekking staan, is het behandelde gedeelte van het net van lagere orde tot een aaneensluitend geheel gebracht. De verdere berekening en vereffening moet nu bestaan in het aansluiten van dit net aan de gegevens van hoogere orde. In de eerste plaats wordt het geheele netsgedeelte, wat de lengte der zijden betreft, evenredig uitgezet of ingekrompen, zoodat een der aansluitingslijnen in beide driehoeksnetten dezelfde waarde heeft. Vervolgens worden voorloopige coördinaten van de punten van het net van lagere orde berekend, aan welke coördinaten dan correctiën aangebracht worden, om ook het 3e punt in beide netten te doen overeenkomen. De berekeningen, die hiertoe aanleiding geven, worden uitgevoerd in: Formulier II. Dit formulier is ingericht voor de berekening van coördinaten in het alge meen, wanneer de hoek van eene driehoekszijde (polygoonlijn) met de X-as, de brekingshoeken en de lengte der lijnen of hunne logarithmen bekend zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1891 | | pagina 19