197
worden, wat valt niet in dien term, kan, zoo vraagt hij, niet een breeder
omschrijving worden gegeven.
De heer Hessels merkt op dat voornamelijk bedoeld wordt het 2e boek
B. W.; deze opmerking verwerft de instemming van den heer Barenbroek
terwijl de voorzitter nog als zijne meening mededeelt dat een programma
nooit in ieder opzicht concreet omschrijven kan.
De uitvoering van een programma behoort tot de taak der docenten aan
den opleidingscursus; zij kunnen slechts door een algemeen voorschrift
gebonden wezen.
De heer Boer zegt, punt e is niet onbepaald, men analyseere, men
stelle zich de vraag, wat is noodig. Men behoort te weten niet enkel wat
rechten op zaken zijn, maar ook hoe zij verkregen worden en welke invloeden
werken op de zekerheid van die verkrijging. De studie van verkrijging van
zakelijk recht brengt bijv. van zelf mee studie van erfrecht. Persoonlijke en
zakelijke rechtsverhoudingen zijn, vooral in ons recht, dooreengeward. Een
docent in burgerlijk recht zal uit de voorgestelde paragraaf vrij nauwkeurig
kunnen afleiden wat noodig is.
De heer Gombault mist sub 4a algemeene kadaster-geschiedenis, d.w. z.
kennis met betrekking tot de inrichting van het kadaster in andere rijken,
deze ontbrekende rubriek wenscht hij in te lasschen. Hij stelt voor haar te
brengen onder a.
De voorzitter zou haar bij d willen voegen.
De heer Gombault zal zoowel met het een als met het ander genoegen nemen
De heer Boer juicht de idee Gombault toe, waarop de voorzitter de
samenstelling eener gewijzigde redactie door de commissie van preadvies voorstelt.
De heer Barenbroek deelt mede dat dit onderwerp de commissie van
preadvies reeds bezig hield; z. i. geven we weer toe aan de neiging om te
eng van opvatting te wezen, punt d sluit de rubriek in zich. Spreker voelt
echter, gehoord het debat, evenals de andere heeren iets voor eene afzonder
lijke vermelding.
De heer de Vos acht afzonderlijke vermelding geen dringenden eisch,
tenzij men onder het kadaster, ons kadaster verstaat; doet men dit echter niet,
waarom zou men dan wijzigen.
De voorzitter antwoordt, meer met den heer Gombault dan met den heer
de Vos mede tè gaan, en wenscht de wijziging der redactie aan de com
missie van preadvies over te laten. Aldus wordt besloten.
Ter sprake wordt thans gebracht de wijze van opleiding, het preadvies
geeft drie wegen aan.
De heer Mulder heeft bezwaar tegen den tweejarigen cursus bij de eerste
wijze van opleiding vermeld, wijl in het winterhalfjaar theorie, in he zomer
halfjaar praktijk zal worden gegeven.