209 stijgen; vermenigvuldig ik nu de vastgestelde opbrengst met een anderen factor, dan door ons voor de oppervlakte is aangenomen, dan krijg ik veel minder of veel meer dan het cijfer, dat volgens voorafgaande vaststelling geheven moet worden, en ik zou dan den eenigen niet vastgestelden factor, oppervlakte door het kadaster gegeven, moeten wijzigen wat toch al te dwaas zou zijn. Het kadaster kunnen wij dus bij de landrenteheffing niet ge bruiken." Zeker eene merkwaardige verklaring, synoniem met)>Wij weten wel, dat de hoofdbelasting die van 4/s der bevolking van Java geheven wordt op valsche gronden steunt, die geen waarborg opleveren voor juiste verhouding tusschen belasting en belastbare opbrengst, noch voor gelijke verdeeling, maar willen dat niet bewezen zien, omdat ons toch de handen gebonden zijn, waar wij verbetering of verandering zouden kunnen en willen aanbrengen." En hoewel het denkbeeld om eerder de uitkomsten van het kadaster te verwerpen, dan de bezwaren weg te nemen, die de toepassing er van in den weg staan mijns inziens van bekrompenheid getuigt, moet toch erkend worden, dat aan de voorafgaande redeneering ook waarheid ten grondslag ligt, nl. deze, dat, al vormen meting en schatting de twee hoofd- bestanddeelen van het kadaster, die ten slotte de gezochte uitkomsten de bedragen der belasting van elke te belasten eenheid moeten opleveren, zij toch elk op zich zelf weinig praktisch nut hebben, zoolang zij niet door bekwame handen, volgens een goed systeem en met aanwending van tal van andere onmisbare gegevens, verwerkt en in eene behoorlijke boekhouding opgenomen zijn. Tot zoolang zijn het slechts bouwstoffen, die geen ge bouw vormen. Dergelijke bouwstoffen van allerlei aard en gehalte, zijn op Java in den loop der tijden in groote hoeveelheden bij elkaar gebracht, vertegen woordigen een ontzaggelijke hoeveelheid arbeid en een verbazende somme gelds, maar wachten nog tevergeefs op de organiseerende hand, die er het werktuig uit moet samenstellen, waarmede de draagkracht en de hoe grootheid van den last en het door ieder te dragen aandeel met juistheid bepaald en voor langen tijd aangegeven kan worden. Er bestaat van alles wat. en van niets een bruikbaar geheel. Door de kadastraal-statistieke opneming werden 7 residenties geheel en 2 gedeeltelijk opgemeten, in kaart gebracht, de oppervlakte berekend en alles tot heden toé hijgehouden. Maar van eene regelmatige taxatie, om daarmede de meting aan te vullen tot een landrentekadaster, is geen sprake. Elk jaar wordt opnieuw zoo wat het opbrengend vermogen bepaald naar eigen inzicht met onvoldoende gegevens en onvoldoende krachten. Wat met een weinig meer inspanning en kosten, volgens een goed systeem, voor tal van jaren deugde- lijk gedaan zou kunnen worden, daaraan wordt hier jaarlijks nog betrekkelijk veel tijd en moeite besteed, om er eindelijk een §lag in te slaan, die, uit den aard der zaak, meestal een misslag zal zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1891 | | pagina 221