210 Het kadaster leverde van ongeveer een half millioen hectaren uitstekende gegevens voor de oppervlakte, cultuurbeschrijving enz., waarvan vele echter geheel onbenut blijven liggen, terwijl de overige dezelfde rol vervullen als die der statistieke opneming, daar ook hier geene stelselmatige taxatie plaats heeft gehad, en dus geen geheel is samengesteld. Dan heeft men het laatste landrenteonderzoek, van den Hoofd-Inspecteur Sollewijn Gelpke, bestaande1°. in het opmeten van nagenoeg al de bouw- velden op Java, doch aan welken arbeid niet de minste waarde te hechten valt zooals in mijn meergemeld artikel uitvoerig is aangetoond2°. het bij elkaar brengen van eene ontzettende massa gegevens, waaruit de bruto- opbrengst en de productiekosten, en dus ook de netto-opbrengst, bepaald kunnen worden. In deze goed geordende en op elk residentiebureau bewaarde gegevens vindt men dus eene bron, waaruit, onder controle en vergelijking, hier en daar, met den actueelen toestand, zeer veel geput zal kunnen worden wat tot bepaling van de belastbare opbrengst noodig is. Doch hier ontbreekt weêr de meting, althans voor die streken waar het kadaster of de statistieke opneming nog niet gewerkt heeft, terwijl in deze laatste streken weer gemist wordt de samenvoeging der gegevens, de verwerking tot eene practische einduitkomst. Eindelijk worden volgens de voorschriften overal registers van proefsneden aangehouden, welke veel dienst kunnen bewijzen bij de controle van het reeds eenigszins verouderde werk van Dr. Sollewijn Gelpke, en ook bij de bepaling van den factor «opbrengst". Dat al die bouwstoffen gaandeweg verouderen, daardoor elk jaar minder waarde krijgen en moeilijker te benuttigen zijn, behoeft geen betoog, en dit geldt vooral de uitkomsten van het laatst gehouden lantrente-onderzoek, en de kaarten en stukken der voormalige kadastraal-statistieke opneming. Met de vaste overtuiging, dat hierdoor zoowel de belangen van het Ned.- Ind. Gouvernemet als die der bevolking van Java en Madoera in hooge mate gebaat zouden zijn, zij der Regeering nogmaals eerbiedig doch krachtig aan bevolen, om in deze toch een flink en gezond stelsel te aanvaarden, vooral ook wat betreft de vaststelling van het belastbaar inkomen van den grond en het samenstellen eener practische en eenvoudige kadastrale administratie voor de landrenteheffing, welke verkregen wordt door doelmatige samen vlechting der gegevens die door meting en schatting verkregen of nog te ver krijgen zijn. En, zij er met kracht aan toegevoegd, doe het spoedig, want er licht nu nog een groote massa bruikbaar materiaal van onschatbare waarde voor het op te richten gebouw gereed, doch het is aan bederf, aan veroude ring onderhevig, en loopt anders gevaar van onbruikbaar te worden! Waarin ik dat flink en gezond stelsel gelegen acht, kan niet twijfelachtig meer zijn. Ik wil hier nog slechts i'eleveeren, dat hiermede geene onbe proefde nieuwigheid wordt voorgestaan, maar eene door alle deskundigen aange-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1891 | | pagina 222