18
binnen den aansluitingsdriehoek in kolom 11 op de lijn der betrekkelijke
punten vermeld, en de einduitkomsten opgemaakt in de kolommen 12 en 13.
Uit de definitieve coördinaten worden ten slotte de hoeken der driehoekszijden
met de X-as, benevens de log. dier zijden berekend. Contróle op deze werk
zaamheden leveren de kolommen 15, 16 en 17 van Formulier I. De kolom
men 18 en 19 van dat formulier worden ingevuld, wanneer dat noodig ge
oordeeld wordt.
Van de hierboven behandelde formulieren kan gebruik gemaakt worden,
welke methode van aansluiting ook wordt aangenomen. Bizondere omstan
digheden kunnen evenwel tot wijzigingen aanleiding geven. Zoo worden bij
de metingen op Java de hoeken en zijden van de driehoeken na de aansluiting
aan de driehoeksmeting van hooger orde niet berekend, 'en worden de coör-
dinatenverschillen gevonden door gebruik te maken van de Defertstafels (Berlin
1874, Verlag von J. Springer.)
In de plaats van de kolommen 15 4 19 in Formulier I kunnen, om te
voldoen aan de behoeften op Java, kolommen gesteld worden, als in het
bijgevoegd gewijzigd model zijn opgenomen.
De invulling der kolommen 15 4 20 van dat gewijzigd formulier I geschiedt
op de volgende wijze:
Kolom 15. Van een der zijden is de hoek met de X-as bekend (zie
vorige bladz.) Deze hoek wordt in kolom 15 geschreven tegenover het overstaande
hoekpunt. In het uitgewerkte voorbeeld maakt de lijn 5-1 een hoek van
307c 38' 26" met de X-as. Deze wordt ingeschreven tegenover punt 4, dus
op den middelsten regel van driehoek n°. 3.
De hoeken, die de andere driehoekszijden met de X-as maken, worden
gevonden naar den volgenden regel:
Tel bij den bekenden hoek met de X-as den hoek op, die in kolom 12
staat op den volgenden regel, vermeerder of verminder deze som met 180° en
schrijf de uitkomst in kolom 15 een regel hooger. Deze uitkomst, weer ver
meerderd met den hoek, die in kolom 12 een regel lager staat, of
130° wordt een regel lager ingeschreven.
Hieruit is gemakkelijk af te leiden, hoe gehandeld moet worden, wanneer
de eerst in te schrijven hoek niet op den middelsten regel van een driehoek
voor zou komen.
Overgaande tot den volgenden driehoek schrijft men op den derden regel
ion-16 ^Gn m^delsten regel van den voorafgaanden driehoek
s raar. i ai
Kolom 16 bevat de getallenwaarden, behoorende bij de log. van kolom 14.
De kolommen 17 en 19 worden ingevuld met behulp van de Defertstafels.
n eiken driehoek worden slechts de waarden opgezocht voor de eerste twee
regels, omdat die voor den derden overgenomen wordt van den tweeden
