29
voorschriften wordt uitgevoerd en ieder zijn plicht doet. Hij is
verder de adviseur van den Dir.. v. B.B., omtrent alles wat het
kadaster en zijn personeel betreft of daaraan verwant is, en waarin
dc bemoeienis van dien Directeur vereischt wordt. Van hem gaan
alle voorstellen, de belangen van den dienst en de plaatsing, bevor
dering enz. het Europ. personeel betreffende uit, terwijl hij het
inlandsch personeel op eigen gezag benoemt, plaatst en ontslaat.
I Twee Ingenieurs, (veel te weinig, maar er bestaat kas op uit
breiding), zijn belast met het toezicht en de contróle over al het
werk; zoowel dat der daarstelling, als der bijhouding en benuttiging
van het kadaster.
Op de drie hoofdplaatsen van Java zijn bewaarders aangesteld
voor de bijhouding en gebruikmaking van het kadaster; terwijl in
dc overige Residentiën waarin het eigendomskadaster gereed is, die
[aak aan landmeters of adjuncten is opgedragen.
Verder bestaan er 6 volledige opmetingssectiën, die uitsluitend
net de daarstelling en bijhouding van het kadaster in de binnenlanden
jelast zijn en drie kleinere die in evenveel Residenties voortgaan
net de opmaking van het eigendomskadaster.
Eindelijk worden in 9 Residenties de kaarten en stukken van de
/roegere kad. statistieke opname bijgehouden en de uitkomsten
daarvan jaarlijks aan de ambtenaren van B. B. verstrekt, ter be
nuttiging bij den aanslag der landrente. Hierbij zijn ruim 100
jinlandsche landmeters werkzaam, waarover door een Bewaarder de
leiding en het toezicht worden uitgeoefend, daarin bijgestaan door
ée'n landmeter voor de Residenties waarin het nieuwe kadaster nog
niet werkt of gewerkt heeft en in de overige Residenties door de
daar aanwezige chefs der opmetingssecties of fungeerende bewaarders.
Het geheele personeel bestaat uit 3 ingenieurs, 4 bewaarders,
17 landmeters, 31 adjuncten, 8 klerken en 375 inlandsche land
meters (mantris) dus te zamen uit 438 ambtenaren en beambten.
De jaarlijksche uitgaven bedragen f 600.000,
Tot den werkkring der Ingenieurs behoort, het twee, drie of meer
malen's jaars bezoeken van elke onder hun toezicht gestelde opmetings-
sectie en bewaring, bij welke gelegenheden zij zich overtuigen van de
deugdelijke uitvoering en goede vordering van het werk. Met de
Chefs overleggen zij omtrent alle gerezen moeielijkhcden, welke in