31 dc vereischte nauwkeurigheid, om daarmede aan te sluiten. Nadat eenige hoofdpunten door de Europeesche ambtenaren zijn bepaald en een goed overzicht van het terrein is verkregen, zoodat de te ■naken triangulatie, grosso modo, op de topogr. kaart kan worden geschetst, kan het plaatsen der verdere punten, het openkappen der lijnen en zelfs, grootendeels, het meten der hoeken, gerust aan de besten der mantris worden overgelaten; die beter tegen de warmte en het doorkruisen van geaccidenteerde terreinen bestand zijn. Waar de punten voor de driehoeksmeting geplaatst zijn wordt het terrein al dadelijk in veldwerken van 25 tot 50 en meer hectaren verdeeld, waarvan de omtrekken door of onder direct toezicht van Europeesche ambtenaren worden gemeten en de veldwerken, tot bescherming der oogen op groen papier, op schaal van 1/1000 of 1/2000 aangelegd. Daarmede trekt de mantri naar het veld en verricht de detail meting, zoodat de landmeter daarmede in den regel geene andere bemoeienis meer heeft, dan dat hij af en toe, op ongerelde tijden, gaat zien of geregeld en met voldoenden ijver wordt doorgewerkt en de moeielijkheden die zich voordoen bij die gelegenheden helpt oplossen. Is de mantri gereed dan levert hij zijn veldwerk, met de aanteekening van de datums van begin en aflevering, bij den land meter in, en krijgt te gelijk een ander. Zoo blijft de bekwame meter bijna voortdurend aan het meten, die meer aanleg heeft voor teekenwerk aan het teekenen, goede rekenaars aan het berekenen enz.; alleen zij die in verschillende vakken zeer goed zijn, krijgen afwisselend werk. De berekening en vereffening en, waar geprojecteerd moet worden, ook dit werk, geschiedt natuurlijk door Europeanen, doch daarbij zijn ook af en toe mantris behulpzaam door het automatisch opslaan der logarithmen enz. De punten der driehoeksmeting en ook de omtrekken en hoofdlijnen der veldwerken worden door de landmeters op de plans gebracht, doch de kaarteering der details geschiedt geheel door de mantris, doch onder goede contróle en verificatie. Het werk der Europeesche ambtenaren bestaat dus grootendeels in het uitoefenen van toezicht en het verrichten der hoofdzaken, en dat brengt mede, dat ginds de Europeesche ambtenaren allen eenig gezag uitoefenen tegenover de inlandsphe beambten, wat, vooial in

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1891 | | pagina 41