33
Ingrediënten voor een zeer beperkt menu op, en als hij dat niet
aanvult met zeer dure Europeesche artikelen in blik, wat voor een
adjunct-landmeter nog al finantiëele bezwaren oplevert, dan heeft
hij het niet royaal.
Na de rijsttafel gebruikt te hebben, neemt hij een weinig rust
gaat zich verfrisschen en verricht daarna de kantoorbezigheden van
den dag. Om een uur of zes komen de mantris bij hem, die inlich
tingen behoeven of nieuwe veldwerken moeten beginnen. Is de land
meter niet te velde, dan legt hij nieuwe veldwerken aan, doet poly
goon berekeningen enz. 's Avonds na 7 uur, half acht ziet of hoort
hij in den regel niets meer dan wellicht de melancholische toonen
van een ver verwijderde gamalang, het gegons der insecten en, als hij
in bergachtig en weinig bevolkt terrein vertoeft, het geschreeuw van
apen en ander gedierte en soms het gebrul van een tijger.
Nu mag het vrije leven, de schoone, dikwijls prachtige natuur en
het idillische leven der inlandsche bevolking om zich heen, een
anthousiast zelfs in verrukking brengen en in de eerste dagen doen
uitroepen, Heere! hier wil ik mijn tenten bouwen! bij slot van
rekening vinden allen dat eentoonige, ongezellige geestdoodende leven
vervelend en haken om er vandaan te komen, en zulks niettegen
staande de Europeesche maatschappij op de hoofdplaats in de
binnenlanden ook zeer weinig te genieten aanbiedt. En toch is het
voorland van elk Europeesch ambtenaar bij het kadaster in Indië
om van de eerstë 12 dienstjaren meer dan de helft van den tijd
op deze wijze door te brengen.
Het is in den regel ook de taak der Europeesche ambtenaren,
om de woeste gronden, die in erfpacht worden aangevraagd op te
meten, of althans de mantris daarmede op streek te helpen. Die
gronden zijn meestal in de ongerepte bosschen uren ver in het
gebergte gelegen. Daarheen moet alles worden medegenomen, wat
voor onderhoud en dekking in het 's nachts gure en vochtige klimaat
noodig is, en langs welke wegen? Waar het bosch begint, houdt
in den regel elk bewijs van weg op, dan worden er openingen
gekapt, waar door men met een trein van, met het noodige belaste,
koelies, klimmend en dalend vooruit werkt tot eindelijk de bestemde
plaats bereikt is.
Hier wordt, tegen vocht en koude en dikwijls ook tot wering