35
taak in alles te regelen, op alles toe te zien, te collationneeren en
verificeeren, liet houden der correspondentie, der geldelijke verant
woording enz.
Ofschoon in rang boven de landmeters staande, bespreek ik den
werkkring van de Bewaarders het laatst, omdat deze pas optreden,
waar de opmetingssecties hare taak volbracht hebben en hun werk
hebben afgeleverd.
De bemoeienissen der Bewaarders mogen van rustiger aard zijn,
zij zijn daarom niet minder gewichtig en vorderen, naast voldoende
kennis van alle onderdeden van het vak, bijzondere bekendheid met
de talrijke organieke bepalingen, waardoor de verschillende rechtstoe
standen beheerscht worden, met de administraties van het kadaster, der
in en özvr-schrijvingen, der verponding, der successie, van het vendu
kantoor enz. Daarenboven moet een goed Bewaarder zijneen geduldig
pluizer in oude stukken, de gave bezitten, om het bruikbare van
het waardelooze daarin te onderscheiden, en tevens practisch genoeg,
om de leemten in de gegevens, waaruit hij de kadastrale boek
houding moet opbouwen, aan te vullen met hetgeen zijn verstand
als rationeel aangeeft.
De laatste eigenschappen zijn, vooral voor den eersten bewaarder,
die het verband tusschen het oude en nieuwe kadaster moet daar-
stellen, onmisbaar, terwijl zij nog hoog te waardeeren zullen blijven,
zoo lang niet alle eigendommen eenmaal zullen zijn overgegaan en
daarmede het verband tusschen oud en nieuw onherroepelijk zal zijn
samengesteld.
Men verwarre Bewaarder van het Kadaster in Indie niet met
Hypotheekbewaarder alhier. Terwijl de Hypotheekbewaarder mijns
inziens in hoofdzaak is copiïst van door anderen opgemaakte akten,
streng en geldelijk verantwoordelijk voor de door hem of zijn perso
neel daarbij te maken fouten, is de Bewaarder van het kadaster in
N. I. de bezieler van alle gerechtelijke acten; terwijl hij tevens in
zich vereenigt de betrekking van landmeter voor den kantoordienst,
en voor den velddienst, voor zoover het de bijhouding betreft.
Ik zal niet verder uitweiden over de details van den werkkring
van Bewaarder, daar ik reeds te lang het geduld dezer vergadering
heb op de proef gesteld j alleen nog een woord over hetgeen ik