42 3. De vier punten, waaraan het net van kleine driehoeken moet verbonden worden, zullen twee driehoeken vormen, waarvan de correctiën der hoeken geheel op dezelfde wijze kunnen gevonden worden als die der kleine driehoeken. De correctiën zijn echter reeds bekend, zoodat omgekeerd daaruit de gegevens voor de con structie der assen kunnen worden afgeleid en de constante K kan worden bepaald. het zwaartepunt Zx eene loodlijn ZXG op BE op te richten; de correctie voor hoek B is dan: zijn, die loodrecht op elkaar staan, de eene voor de afmetingen der voer- stralen, de andere voor aflezing van de projectien der hoekpunten. Deze vereenvoudiging, die nog eene controle op de aflezingen in zich sluit, zoo mede eene eenvoudige ontwikkeling der methode dank ik aan opmerkingen van den Hoogleeraar Dr. Ch. M. Schols. De hier bedoelde controle is, dat de som der aflezingen van de drie hoekpunten gelijk is aan het drievoud der aflezing bij het zwaartepunt. Laten in figuur 2 ABD en BCD de twee aansluitings driehoeken zijn, die om ge lijkvormig te worden met die van een net van hooger orde, de wijzigingen aan de hoeken moeten ondergaan, welke in de figuur zijn ingeschreven. In den eersten driehoek zal de richting, waarop loodrecht moet worden geprojecteerd, ge vonden worden door de zijde over hoek B, die de groot ste wijziging ondergaat, te verdeelen in omgekeerde re den van de wijzigingen am de aangelegen hoeken, het hierdoor ontstane punt E te vereenigen met B en door cfbj P, X dt a K

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1891 | | pagina 52