88 21. Geschriften en Critieken over Krayenhojf. Wij bespreken in deze in chronologische volgorde: J. B. J. De- lambre (1813); J. H. van Svvinden (1813); J. F. L. Schroder (1820); C. F. Gauss (18231826); generaal G. A. Nerenburger (1856) en de Meetkunstige Beschrijving (1861); terwijl 22 geheel gewijd is aan de critiek van L. Cohen Stuart en F. Kaiser (1864). 1. Delambre had van 1792—1799 met Méchain i804) de be roemde graadmeting volbracht, die zooveel mogelijk aan Krayen- h o ff tot model strekte. Biot en Arago breidden deze meting in 1806/8 uit tot Formentera. Krayenhoff was 9 Dec. 1811 tot correspondant de la classe des sciences physiques et mathematiques de l'Institut de France benoemd. Den 21 Dec. kwam hij op verzoek van keizer Napoleon te Parijs. Zijn lidmaatschap van het Comité des Fortifications liet hem genoeg vrijen tijd om het Précis Historique op te stellen, dat onderteekend is: Paris le 1 Mai 1812. Vóór hij de registers van zijne metingen aan het dépót général de la guerre afgaf, toonde hij ze aan Delambre, die een aantal uren besteedde met ze te doorloopen. De verhandeling zelf bood Kr. aan het Institut ter beoordeeling aan, en eene commissie, bestaande uit Beautemps-Beaupré Biot, Arago en Delambre bracht den 22 Maart 1813 een uitvoerig verslag uit. Dit rapport is geheel door Delambre ge schreven, met nous wordt daarin alleen hijzelf bedoeld. Biot en Arago waren zeker volkomen bevoegd om een zelfstandig oordeel uit te brengen, maar zij hebben dit uitsluitend aan Delambre overgelaten. Delambre geeft een uitstekend overzicht van de geschiedenis en het verloop der metingen, van de registers, van de vereffenings methode en van de uitkomsten. Zijne conclusie is „Ainsi nous pensons que M. le général Krayenhoff a droit aux éloges de la classe et a la reconnaissance des savants." Delambre onder teekent: Secrétaire perpe'tuel, chevalier de l'empire. Hij heeft het waarschijnlijk niet gepast gevonden om het werk van een medelid van het institut, van een generaal, die bij den Keizer in hoogen gunst stond, anders dan hoffelijk en welwillend te bespreken. Maar hij merkt toch op, dat het verwerpen van die serieën, welke als

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1891 | | pagina 98