99 uitkomst te doen verwachten en bovendien hebben de metingen bijna uitsluitend plaats gehad met de grootste instrumenten: slechts op één punt is gemeten met den 18 duims theodoliet, op 5 punten met dien van 2 voet en op de 53 overige met den theodoliet van 8 voet. Zie hier de uitkomst der berekening. Uit de 24, 11, 23, 24 en 13 drie-of veelhoeksvergelijkingen volgt voor m21",6511",8671",7611",912; 1",355, uit de 15, 6, 22, 16 en 12 zijdenvergelijkingen voor m31",860; 1",766; 1",684; 1",652; 1",498 en dus voor de verhouding m3:m2 1,13; 0,95; 0,96; 0,86; 1,11. Neemt men de vijf figuren te zamen, dan vindt men uit 95 drie- of veelhoeksvergelijkingen m2 1",737 en uit de 71 zijden verge lijkingen m3 1 ",693 waaruit volgt: m3m2 0,975. Deze uitkomst bewijst niet dat bij onafhankelijke en onpartijdige waarnemingen m15 m2 en m3 ongeveer gelijk moeten zijn, immers eene wiskundige stelling kan niet door eene proef bewezen worden. Streng genomen bewijst zij ook niet dat de metingen der britsche triangulatie onafhankelijk en onpartijdig zijn; wel maakt zij dit in hooge mate waarschijnlijk. Het eenige wat zij duidelijk aantoont is dit, dat de heer van der Plaats hier een werktuig heeft ge hanteerd dat hem niet veilig is toevertrouwd. Ten einde te laten zien in hoe sterke mate de waarnemingen van Krayenhoff zich ten opzichte van andere onderscheiden, geven wij hier de uitkomsten tot welke eenige bekende triangulatiën leiden zij werden onder zeer verschillende omstandigheden van tijd, nauw keurigheid enz. uitgevoerd. Uit de boven reeds vermelde deensche driehoeksmetingen, uit het begin dezer eeuw, volgt: m3m2 0",944 0",777 1,21. Bij het rheinische Dreiecknetz vindt men uit de 58 driehoeks vergelijkingen en 24 zijdenvergelijkingen, al naarmate men van de uitkomsten van de eerste of van de tweede stationsvereffening uitgaat: m3m2 0",764 0",699 1,09; of m3m2 0",796 0",673 1,18. Neemt men in plaats van de 58 onafhankelijke driehoeken alle moge-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1892 | | pagina 109