100 lijke driehoeken ten getale van 74 dan vindt menm2 0",760 en 0", 733 en dus: m3 :m2 0",764 0",760 1,01; m3:m2 0",7960",733 1,09. Bij de zwitsersche driehoeksmeting, die wat het terrein betreft onder vrij ongunstige omstandigheden werd verricht, vindt men zoowel uit de 40 onafhankelijke als uit de 51 mogelijke driehoeken: m2= 0",856 en uit 13 zijdenvergelijkingen: m3 1 "286 en hieruit de reeds bedenkelijke verhouding m3m2 1,50 eene waarde, die evenwel, wat de waarschijnlijkheid betreft van haar wei kelijk voorkomen bij onpartijdige waarnemingen, nog zeer verre verwijderd is van die van Krayenhoff: 3,81 en 3,19. Bij de Saksische driehoeksmeting, zeker eene van de beste uit den lateren tijd, heeft men uit de 96 onafhankelijke driehoeksverge lijkingen m2 0 ',416 en uit de 62 zijdenvergelijkingenm3 0",313, waaruit m3m2 0,75. Neemt men alle mogelijke driehoeken ten getale van 197 dan is m2 0 '350 en wordt m3m2 0,89. Bij de noorweegsche driehoeksmeting vindt men voor de twee basisnetten bij Christiania en op den Rinderlet en voor de twee verbindingsnetten U1t 13 31 25 en 18 driehoeksvergelijkingen voor m20",4290",457; 0",811 en 0",696 en 8 22 9 en 9 zijdenvergelijkingen voor m30',438; 0",507 1",068 en 0",829 gevende m3 m2 1,02; 1,11; 1,32; 1,19, voor allen te zamen volgt uit de 87 driehoeks- en de 48 zijden vergelijkingen: m2 0",625 en m3 0",702 of m3m2 1,14. De triangulatie van Java geeft voor het hoofddriehoekennet uit Bij een van de verbindingsnetten komen drie vergelijkingen voor met „Anschlusszwang". Ze zijn voor onze berekening vooraf van deze aan die netten vreemde voorwaarden bevrijd.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1892 | | pagina 110