110
de uitvoering van den wetenschappelijken arbeid in menig opzicht
belangrijke waarde. Men kan hem niet euvel duiden dat hij,
gedrongen tot grooten spoed, kunstgrepen heeft gebruikt om een
goed sluitend geheel te verkrijgen. Dit neemt niet weg dat, uit een
wetenschappelijk oogpunt, deze handelwijze niet is te verdedigen.
De nadeelige gevolgen daarvan zijn niet uitgebleven de zekerheid
en betrouwbaarheid zijner uitkomsten hebben er onder geleden en,
eer dan anders zou noodig geweest zijn, is aldus aan zijn arbeid
voldoend wetenschappelijk gezag moeten ontzegd worden. Dit is
het meest bedenkelijke wat van Krayenhoffs metingen te zeggen
valt en Kaiser en Stuart zijn ook niet verder gegaan. Hij, die
moedwillig een aan de wetenschap vreemd element, de bedreigde
eer van Krayenhoff, in het geding sleept, om zich als eereredder
voor te doen, die daarbij, ter misleiding van hen, die hem hunne
aandacht schenken, valschen schijn als werkelijkheid voorstelt, maakt
de eer van een verdienstelijk man tot een speelbal van goochelkun
sten en stelt haar roekeloos in de waagschaal ter wille van den
bijval, dien hij voor zich zeiven hoopt te verwerven bij het publiek.
Ten aanzien der beide andere redenen, waarom wij meenen dat
Krayenhoff's triangulatie niet kan dienen voor de internationale
aardmeting, kunnen wij kort zijn.
II. Wat het tweede punt betreft, uit het bovenstaande is reeds ge
bleken dat de middelbare fout van Krayenhoffs metingen niet meer
met zekerheid is vast te stellen; de waarden mx of m2 zijn daarvoor
geheel onbruikbaar omdat zij kunstmatig zijn verminderd. Alleen
de waarde van m3 zou er nog eenigszins voor kunnen dienen. En
al bestaat nu de mogelijkheid om uit een driehoeksnet, met eene
middelbare fout als die welke m3 aanduidt, de afstanden tusschen
enkele punten met eenigszins voldoende nauwkeurigheid af te leiden,
dit is niet de eenige uitkomst die voor eene graadmeting uit trian
gulatie moet worden gevonden; het overbrengen der azimuthen
behoort mede daartoe en daarvoor zijn de metingen van Krayenhoff
zeker onvoldoende.
III. Ten derde moet men in het oog houden, vooreerst, dat een
gedeelte van het net van Krayenhoff stellig met onvoldoende
nauwkeurigheid is gemeten, zoodat het zou moeten hermeten worden,