115 rigens onschuldigen arbeid vinden de landmeters in de opgaven op de hulpkaarten en in de metingstaten (N°. 75) betreffende wijzigin gen in de grootte der perceelen, wegens meting en wegens berekening, elk afzonderlijk. Wordt bijv. eene rij huizen door „redres-meting" op de kaart iets verplaatst, zonder dat grootte of vorm verandert, dan moet naast elk nommer vermeld wordenzooveel te groot en evenveel te klein gemeten. Omtrent het nut van zulk monnikkenwerk wist nog niemand mij in te lichten! Alleen bij hermetingen (staat N°. 75a) waarbij het er meer op aankomt, zou men meenen, kan worden volstaan met eenvoudig bij elk oud nommer te vermelden, hoeveel het grooter of kleiner is ge worden, zonder meer. Men ziet dan geen blauwe lijntjes op een hulpkaart weet u? Bij de vernieuwing der bijbladen wordt eveneens zeer veel aan den schijn van nauwkeurigheid geofferd, en kon men met veel eenvoudiger werk volstaan. Het nut dier vernieuwing is hoofdzakelijk daarin gelegen, dat de velddienst ter bijhouding er door wordt vergemakkelijkt. Thans wordt het bijblad grootendeels gekaarteerd, en de hulp- kaarten en het veldwerk van al de veranderingen, na de opmaking van het kadaster opgemeten, worden geraadpleegd. Slechts enkele teckenaars acht men voor dat werk bekwaam, daarom zijn er vele landmeters bij werkzaam. De vervaardiging van een enkel bijblad van zeer geparcelleerd terrein, waarin vele veranderingen sinds 1832 voorkwamen, eischt dikwijls weken, soms maanden tijd en kost dan honderden guldens! Nam men echter als regel aan, waarvan slechts in bijzondere gevallen werd afgeweken, dat het bijblad eenvoudig een aftrek van minuutplan en hulpkaarten zou zijn, dan was het in enkele dagen gereed. Het zou echter iets minder nauwkeurig zijn. Het komt er nu op aan de beteekenis van het verschil in nauw keurigheid in het juiste licht te stellen. Vervaardigt men van een plan op de gewone schaal (1 a 2500) twee bijbladen op beschreven verschillende manieren, dan zal bij vergelijking dier beide bladen het verschil bij de meeste perceel grenzen onmerkbaar zijn, bij sommige enkele tiende deelen van een

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1892 | | pagina 125