118 Maxima landmeters der Kon. Besluit. Totaal. 5 Febr. 1847. 25 25 25 75 41 5 Jan. 1859. 30 30 34 94 60 3 Jan. 1864. 40 100 66 26 Dec. 1867. 32 32 42 106 72 34 35 45 114 80 10 Nov. 1874. 40 40 50 130 96 12 Juni 1877. 45 55 65 165 131 11 Maart 1887. 25 190 156 Na invoering der voorgestelde vereenvoudigingen zal men, thans even goed als omstreeks 1870, voor den gewonen velddienst met gemiddeld 2 landmeters per bewaring, samen 68, ruimschoots kunnen volstaan. Voegt men daarbij nog eenige landmeters voor buitengewone werk zaamheden, bijv. voor metingen ten behoeve van particulieren in eenige groote steden, voor de domeinen enz. dan komt men ruim geteldop een 90tal, zoodat dus een 100tal landmeters beschikbaar zijn om de hermetingen op nieuwe grondslagen aan te vragen. Hiertoe behoort de reorganisatie zich evenwel niet te bepalen. Geleidelijk en naarmate de hermetingen vorderen,, behoort naar mijn inzicht de dienst ter bijhouding zoodanig te worden geregeld, dat deze, na de voltooiing van het nieuwe kadaster door de volgende categorieën van ambtenaren wordt waargenomen. 1°. Bewaarders belast met de boekhouding van het eigendoms- en van het belastingkadaster. Zij worden bij ziekte of afwezigheid vervangen door adspirant-bewaarders. De „beëedigde" klerken worden afgeschaft. 2°. Controleurs voor den gewonen velddienst ten behoeve van het belastingkadaster en voor de werkzaamheden uit de wet op de grondbelasting voortvloeiend. De tegenwoordige controleurs van de directe belastingen en het kadaster worden afgeschaft. 3°. Landmeters voor de bijhouding van het eigendomskadaster, dus voor de werkzaamheden noodig ter opmaking en toepassing van akten van overdracht of vestiging van zakelijk recht op perceelsgedeelten. Totaal na aftrek der le kl. 2e kl. 3e JU. landmeters v. d. kan 4e kl. toordienst. QO Tari 4Q7A A f\K 1A zo jan. iojU. 8 Jan. 1871. ol 1UO 11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1892 | | pagina 128