133 Uit het grondboekrecht kan men den volgenden fundamenteelen regel afleiden. De vervolgbaarheid van zakelijk recht is beperkt tot de tweede hand (behalve in geval van kwade trouw). „Hand" is houder te eigen behoeve. De kooper is bijv. tweede hand ten aanzien van den verkooper. De houder eener hypotheek door den kooper gevestigd, is ten opzichte van den verkooper derde hand. De opvolgende erfgenamen vormen slechts ééne hand! eveneens gever en begiftigde volgens de meeste wetgevingen. Is de rechtsgrond van verkrijging volgens het materieel recht aantastbaar, ook wijziging van het grondboek kan om dezelfde redenen geëischt en het beweerde recht door eene voorloopige aanteekening beschermd worden. Alleen ten behoeve van derden verkrijgers onder bezwarenden titel,die te goeder trouw afgaan op den inhoud van het grondboek, geldt dit als waar. Dit noemen de Duitschers het beginsel der öjfentliche Glaube (jublica fides). „Volkomen betrouw baarheid is aan het Grondboek reeds dan verzekerd, wanneer men den inhoud waarborgt ten gunste van hen, die aan dat boek hun vertrouwen schenken. Kunnen koopers en geldschieters zich er ge-- heel op verlaten, dat de rechtstoestand, dien het Grondboek hen doet kennen, te hunnen aanzien als waar zal gelden, dan zijn zij tegen alle gevaar voor evictie beveiligd. Slechts hiervoor hebben zij zorg te dragen, dat zij zelf met den ingeschreven titularis een geldig contract sluiten, een contract namelijk, dat noch wegens gemis der toestemmingx), noch wegens dwang, dwaling of bedrog, noch wegens onbekwaamheid, noch wegens het gemis eener geoorloofde oorzaak kan worden omgestooten." 2) Welke van de beide rechtsbeginselen vindt steun in het rechts bewustzijn van ons volk: het Romeinsche, dat aan iederen vroegeren titularis of aan diens rechtverkrijgers toelaat, een zakelijk recht onder den lateren houder van het onroerend goed te vervolgen, of het Ger- „Men denke aan persoonsverwisseling, valsche of ontoereikende volmacht, valsche handteekening". 2) Mr. J. C. Naber: Grondboekwetgevingbid. 13. Uit het zinverband waarin de schrijver deze opmerking plaatst, zal men niet licht opmaken, dat zij past bij het grondboekrecht zooals het inderdaad werkt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1892 | | pagina 143