137 Maar ook Mr. Naber richt zijne scherpste pijlen tegen een absoluut grondboekrecht, zooals nergens bestaat. In zijne poging om het te doen voorkomen, alsof iets reëels, in plaats van een fantasiebeeld, wordt bestreden, gaat deze schrijver veel te ver. „De Pruisische wetgever van 1872 meende de volgende zinspreuk „voorop te mogen stellen: Ausserhalb des Grundbuchs und neben demselben darf es kein Eigenthum geben"" (blz. 8). Inderdaad komt deze zinsnede voor in de memorie van toelichting bij het wetsontwerp op den Erwerb und die dingliche Belastung der Grundsttlcke1). Wel verre echter van door den Pruisischen wetgever als een „zinspreuk" (of als een „aanloop" zooals het op blz. 17 heet) te worden vooropgesteld, blijkt uit het zinverband waarin deze terloops gebezigde en zelfs overbodige woorden voorkomen, dat zij alleen betrekking hebben op het begrip der öjjentliche Glaube, er alleen mee bedoeld wordt verkrijging door verjaring tegen den inge schreven eigenaar of derden verkrijgers uit te sluiten. „De dwaling" zegt Mr. Naber verder, (blz. 11), „waarin de „Pruisische wetgever van 1872 is vervallen, speelt ook den Duitschen „Ontwerper parten. Hij acht het namelijk mogelijk, „„dass der Bestand „„der Rechte ausschliesslich an die Eintragung geknüpit wird, so „„zwar, das nicht eingetragene Rechte dingliche Wirkung nicht haben „„können"" 2) Wel is waar erkent de Duitsche ontwerper terloops die mogelijkheid, maar hij acht de toepassing van dit denkbeeld geenszins wenschelijk, keurt het zelfs geen ernstige bestrijding waard. Vooral op een mogelijken strijd tusschen materieel- en grondboek- recht legt Mr. N. nadruk. „Indien het Grondboek bestemd is, om den rechtstoestand van „onroerend goed te doen kennen, dan is van zelf door het bestaan „van zoodanig Boek de mogelijkheid gegeven van een conflict tusschen, „eenerzijds, het recht dat het Boek constateert, en, anderzijds, het „recht, dathetBoek behoorde te constateeren" (blz. 7). „Dit (eerste) „recht is door ons benaamd als Grondboekrecht, het (laatste) recht „heet passend Materieel recht. Hoe grooter kracht aan het Grond- Die preussischen Grundbuchgesetze (ed. W e r n e r), II (Materialien) S. 18. 2) Motive zu dem Entwurfe eines burgerlichen Gesetzbuches far das deutsche ReichIII, S. 161.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1892 | | pagina 147