157
Nagenoeg overal, waar Mr. Nab er in zijn werk eene vergelijking
maakt tusschen bet Pruisische en het Australische stelsel, valt deze
in het voordeel van het laatste uit. Indien niettemin een lezer van
dat werk geen gunstigen indruk krijgt van de werking van het
Torre ns-stelsel, is dit hoofdzakelijk een gevolg van de wijze,
waarop het onderwerp is ingekleed.
De schrijver rangschikt de drie stelsels onder twee rubrieken
negatieve en positieve grondboekstelsels.
Deze indeeling strijdt met het hier te lande heerschende spraak
gebruik en kan daarom licht tot misverstand aanleiding geven. Wan
neer gesproken wordt van een „grondboek" denkt men aan een
positief stelsel. Niemand spreekt van het Nederlandsche grondboek
stelsel. Een boekhouder aan het kantoor der hypotheken zou waar
schijnlijk vragen, welke zijner registers den eernaam van „grondboek"
verdient? De aangenomen indeeling noopt den schrijver ook (blz. 1)
de beknopte definitie van den Duitschen ontwerper„Das Grund-
„buch hat die Bestimmung, die Rechte am Grund und Boden richtig
„und vollstandig nachzuweisen" te verwerpen, omdat zij niet past
op ons grondboek
Maar vooral had Mr. Nab er, die zoo sterken nadruk legt op de
bezwaren van het ambtelijk onderzoek, het Torrens- en het grond
boekstelsel niet mogen vereenzelvigen, waardoor het den schijn heeft,
alsof alle bezwaren, tegen het grondboek ingebracht, ook op het
Torrens-stelsel van toepassing zijn.
„Het werkelijke en afdoende bezwaar (tegen het positieve grond-
„toekrecht) is daarin gelegen dat het de vrijheid van beschikking
„volkomen illusoir maakt" (blz. 68).
Maar de schrijver voert zelf aan: „In Australië heeft serieuse
„verificatie slechts dan plaats, wanneer iemand als eerste eigenaar
„wordt ingeschreven. Bij overdracht onder de levenden acht men
„het genoeg de echtheid der handteekening van den vervreemder
„te constateeren. Ingeval van overlijden wordt op aanwijzing van
„het gerecht de naaste bloedverwant of de testamentaire executeur
„als eigenaar ingeschreven en aan erfgenamen of legatarissen over
gelaten tegenover dezen titularis hunne rechten te doen gelden.
„Onder zulk een stelsel is de eenmaal ingeschreven titel te verge
lijken met een goudstuk, dat, van staatswege gestempeld, zonder