159
Mr. Nab er schijnt aan die machinerie niet te hebben gedacht,
toen hij schreef:
„Er is geen stelsel van positief Grondboekrecht denkbaar, dat
„inschrijvingen toelaat zonder verificatie van den aangeboden titel"
(blz. 68). „Als waarborg tegen kwade titels nagenoeg waardeloos,
„is de verificatie daarentegen de dood van het vrije verkeer. Men
„zou zelfs kunnen zeggenzij is de dood voor alle verkeer, want
„weigert de Verificateur (wat zijn plicht is) iedere inschrijving,
„omtrent wier rechtmatigheid hij niet volstrekt zeker is, dan kan
„nooit eenige titel worden ingeschreven. Want zékerheid, dat de
„titel goed is, wordt nimmer verkregen" (blz. 70). „In eene maat
schappij, waar valschheid in geschrifte en kwade trouw grasseerden,
„zouden kwade titels in massa gepubliceerd worden. Komen zij
„betrekkelijk zelden voor, dan bewijst zulks niet, dat de verificatie
„een waarborg is, maar dit, dat de wil om bedrog te plegen, en de
„kunde, vereischt om het voornemen te doen gelukken, in den
„regel niet vereenigd worden aangetroffen" (blz. 70)
Grauw is alle theorie, die geen steunpunt vindt in het werkelijke leven.
Men kan sommige bezwaren in de studeercel onder het microscoop
ontdekken, of tot reusachtige proporties opblazen, zij spatten als
zeepbellen uiteen, als zij in aanraking komen met de nuchtere
praktijk, zij zijn gelijk spookgestalten, die verdwijnen als het licht
in casu het licht der statistiek er op valt.
De vrees van Mr. N. is praktisch ijdel gebleken; overal, waar
het Torrens-stelsel is ingevoerd, bleven de steeds aangroeiende
assurantiefondsen zoo goed als onaangeroerd, en wel niemand zal
beweren, dat het der koloniale bevolking van Australië, oorspronkelijk
voor een deel uit gedeporteerden bestaande, aan krachtigen wil en
kunde ontbreekt, veelmin dat de maatschappelijke deugden daar
meer algemeen zijn dan in Europa. Indien bedriegers geen gebruik
maakten van de gelegenheid, die volgens Mr. N. het positieve
stelsel aanbiedt, dan is het niet uit gebrek aan wil en kunde, maar
omdat zulke menschen liefst door de mazen der wet heenkruipen,
of anders althans toch zoo lang mogelijk hunne streken trachten te
verbergen, en daartoe hebben zij wnderc jachtvelden te kiezen,
zooals nader zal blijken bij de beschouwing van eenige andere be
zwaren door Mr. Naber opgeworpen.