170
Lensink, Colpa, P. van Dijk, Eekhof, Evelein, Geyl,
Gombault, A. J. de Groot, Griffijn, H. P. de Haan, W. J.
de Haan, Hengevel d, A. G. Hessels, J. T. Hessels,
Hoffmann, Hogenhuis, Hondius, Keurschot, A. M. de
Koningh, Lensink, Mulder, ten Oever, Persoon, P. C.
Prins, Stuck i, Suringa, Vierkant, Vonk, de Vries,
Wagemaker, van Woerden en Zeiler.
Na mededeeling, dat als gewoonlijk het bestuur zorg zal dragen
voor een verslag der vergadering voor de pers, noodigt de Voor
zitter den secretaris uit tot voorlezing der notulen der vergadering,
gehouden te Groningen op 21 October 1891 en van het verslag van
den toestand der Vereeniging. Voor de notulen verwijst de secretaris
naar het verslag voorkomende in de laatste aflevering van den zevenden
jaargang van het „Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde."
Als uittreksel uit het verslag van den toestand der Vereeniging
en der handelingen van het bestuur diene het volgende
Op 1 Januari 1892 bedroeg het aantal leden: 181 waarvan in
Nederland: 121; in N. O. Indië49; en in de Transvaal: 11.
Het aantal geabonneerden bedroeg 73, waarvan 22 bij den boek
handel.
Sedert de voorgaande algemeene vergadering is alzoo geen be
langrijke wijziging in den toestand der Vereeniging op te merken.
Een gedeelte van het door den voormaligen correspondent te
Pretoria, den heer van Vooren verschuldigde geldelijk bedrag,
werd door aanbieding van wissels geïnd.
De Voorzitter zond een gedetailleerden staat betreffende den stand
der rekening met begeleidend schrijven aan genoemden correspondent.
Voorloopig acht het bestuur het niet wenschelijk verdere pogingen
tot inkasseering van het ontbrekende te doen.
Het aantal Transvaalsche leden is thans ingekrompen tot 4.
Aan de benoemde adspirant-landmeters werd eene circulaire ge
zonden, houdende eene uitnoodiging om toetetreden als lid der
Vereeniging.
Slechts één der benoemden, de heer G. 01 den ziel, gaf aan die
uitnoodiging gehoor.
De heer C. J. Colpa werd bereid gevonden als spreker op de
algemeene vergadering op te treden.