171
Van de lste en 2de aflevering jaargang 1892 van het „Tijdschrift"
werden 50 exemplaren met begeleidende circulaire in België verspreid.
Het resultaat dier propaganda was gering.
Van onzen correspondent, den heer J. H. Muller, in den Oranje
Vrijstaat werd niets vernomen.
Naar aanleiding der op de algemeene vergadering te Groningen
met nagenoeg algemeene stemmen aangenomen motie ging eene
commissie uit het bestuur der Vereeniging, vergezeld van den redacteur
van het tijdschrift in den loop van dit jaar op audiëntie bij den
Minister van Financiën.
Mocht het denkbeeld tot instelling eener staatscommissie tot on
derzoek van het kadastrale vraagstuk bij Z.Exc. geen instemming
vindenzooveel te meer schonk de Minister zijne aandacht aan de
voorstellen der commissie tot verbetering van het kadaster: door bij
hermetingen aan de kaart bewijskracht in rechten toetekennen, be
houdens tegenbewijs.
Na uitvoerige uiteenzetting dier voorstellen door den voorzitter en
den redacteur betuigde de Minister zijne ingenomenheid daarmede en
verzocht ten slotte der commissie eene memorie intedienen, waarin
de belangrijkste punten duidelijk en met redenen omkleed zouden
zijn aangewezen.
De commissie had ook een kort onderhoud met den Administrateur
der Registratie en met den Inspecteur van het Kadaster.
De Administrateur was met de voorstellen der commissie minder
ingenomen, doch de Inspecteur, hoewel van meening zijnde, dat de
tijd tot invoering der door de commissie gewenschte hervormingen
nog niet gekomen was, bracht hulde aan het streven der vereeniging
en verklaarde, dat deze zich van zijne medewerking tot oplossing
van het kadastrale vraagstuk kon verzekerd houden.
De memorie, waarvan in dit verslag sprake is, werd in de tweede
helft van October bij den Minister van Financiën ingediend.
De Vereeniging ontving spoedig eene dankbetuiging voor de toe
zending met de verzekering dat Z.E. gaarne aan den inhoud der
memorie zijne aandacht zal schenken.
Aan de spoorwegdirectiën werd geen reductie van vrachtprijs
verzocht met hét oog op hare pertinente weigering in 1891.
De boekerij is vermeerderd met de gewone periodieke geschriften.