172
De notulen en het verslag worden zonder discussie goedgekeurd.
De rekening en verantwoording over 1891 wordt staande de
vergadering onderzocht. De heeren A. G. Hes seis, P. van Dijk
en E. J. Griffijn verklaren zich gaarne bereid tot naziening dier
rekening en verantwoording.
Inkomsten over 1891 met inbegrip batig saldo 1890 f 1349.135
Uitgaven 1121.24
Batig saldo 227.896
De heer A. G. Hessels verklaart namens de commissie tot
naziening der rekening, dat alles accoord werd bevonden en brengt
hulde aan den secretaris-penningmeester voor zijn goed beheer.
De begrooting over 1893 wordt voorgelezen en in ontvangst en
uitgaaf goedgekeurd tot een bedrag van 1208.70 en 1030.
Als gewoonlijk wordt de heer Boer door den voorzitter weder
uitgenoodigd de redactie van het tijdschrift op zich te nemen, aan
welke uitnoodiging de leden door applaus klem bijzetten.
De heer Boer neemt opnieuw de redactie op zich, doch wijst
vooral op de wenschelijkheid, dat de leden zijne taak verlichten
door het toezenden van bijdragen. Het geringe van den steun, dien
hij in den laatsten tijd ondervindt, maakt zijne taak moeilijker.
De abonnementsprijs van het tijdschrift wordt op voorstel van
den voorzitter wederom vastgesteld op 2,50.
Bij de bepaling der plaats van bijeenkomst voor 1893 vraagt de
heer P. van Dijk het woord.
Zijne welsprekendheid heeft tengevolge, dat Amsterdam bij accla
matie wordt aangewezen.
Hierna is aan de orde: benoeming van een bestuurslid.
Het stembureau wordt gevormd door de heeren A. M. de
Koningh, J. Mulder, en P. Wagenmaker. Acht en dertig
stemmen worden uitgebracht, en wel: Colpa 21, Stucki 12, en
enkele leden één stem. Zoodat de heer Colpa is gekozen.
Op de vraag van den voorzitter, of hij de benoeming aanneemt,
antwoordt hij, zulks als zijn plicht te beschouwen en zijn best te
zullen doen, zich de gedane keuze waardig te maken.
Hierna richt de Voorzitter het woord tot den aftredenden secretaris
penningmeester en brengt hem zijnen dank en dien der Vereeniging