19 Om de wijze van werken van Leclercq nader te leeren kennen, zullen wij eenige bijzonderheden mededeelen geput uit zijne brieven, die in het Bisschop pelijk archief en de Rijks archieven te Roermond berusten'. Zij werpen tevens hier en daar een eigenaardig licht over de toenmalige toestanden in Limburg. In zijn eersten brief bespreekt Leclercq de werkzaamheden in het Opper- kwartier van Gelre, het middengedeelte van Limburg, in den tweeden, die in het Land van Valkenburg, dus in het zuidelijk, toen geheel afzonderlijk lig gend deel, in den derden brengt hij een verslag uit over zijne werkzaamheden. De eerste brief aan den Bisschop gericht luidt aldus: Luik, 21 October 1710. MonseigneurIk zend uwe Eminentie de trigonometrische schets van de kaart van Gelre; ik heb ze in 't klein geteekend, alhoewel zij toch van groo teren omvang is, dan men ze gewoonlijk maakt. De kaartenmakers volgen meestal niet de methode, die ik gebruikte, en bereiken daardoor ook niet dien graad van nauwkeurigheid. De meesten doen niet de moeite om op de verschillende punten tours d'horizon te meten; zij nemen eene oude kaart, voegen er wat figuurkens bij en vermenigvuldigen aldus de fouten. Er zijn nog andere fouten, die ik hier niet wil behandelen. Zekerlijk is de trigonometrie eene drooge kunst, die een werklust en ge schiktheid vordert, die weinigen bezitten. Dies zijn erook die het gemakkelijker vinden lijntjes te trekken volgens den ouden sleur. Wijl hunne practijk niet door eene juistgaande wetenschap geleid wordt, komen er hoopen fouten in de kaarten, zoodat men ze ter nauwernood kan herkennen, U zal bemerken, dat ik niet bij anderen ben te rade gegaan en ik ben tot proef bereid alle afstanden te verifieeren door de hoeken, die in mijne tours ingeschreven zijn. Er zijn wel is waar toch enkele fouten in de tours, maar ik heb geene moeite gehad, om de punten Roermond, Helden, den molen van Herungen (bij Venlo), Gelder en Kevelaer juist te kaarteeren. De toren van Cleef (waarschijnlijk de Zwanentoren met plat dak) is goed, maar die van Helden deugt niet voor de waarnemingen. Die van Boxmeer (spits) heeft gebreken; de sterke wind, die bij mijn be zoek waaide was daarvan de oorzaak. Die van Grave en Nijmegen zijn goed. Van uit al deze opgenoemde punten heb ik het punt Helden berekend, dat zeer gebrekkig was. De tafel of het vlak, waarop het instrument geplaatst was, was daar eenige malen verschoven; bovendien gaf men mij verkeerde namen op. Men kan zoo op dergelijke waarnemingen niet vertrouwen en ik daag

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1892 | | pagina 19